Eigenaar van kampioen werd vermoord...
door Ruud Stoop
gepubliceerd in het blad
Draf&Rensport nr. 28 van 2007
Ach, in de pedigrees komen we de naam nauwelijks meer tegen, de
smakelijke verhalen over Henriot hebben de tand des tijds echter
wél overleefd. Want natuurlijk was het vreemd dat Marten Siderius
in 1925 uit woede over een uitschakeling zijn draver terugtrok voor
een kortebaan, de hengst was wel degelijk een uitstekend koerspaard.
Boven: Marten Siderius, trainer, pikeur, in 1928.
Boven: Broer Hannes Siderius, trainer, pikeur, in 1928.
Henriot was als actief draver al van bovengemiddelde klasse. Zo
won hij in 1924 op tienjarige leeftijd met Siderius op Duindigt
nog het Kampioenschap van Nederland, door twee heats op zijn naam
te schrijven. Hij kreeg bijnamen als 'De Reus van Friesland' en
'de kampioen van het Noorden'. Opvallend die dag was ook de huldiging
van de vier ruiters die tijdens de Olympiade goud voor ons land
bijeenreden op de military. Onder hen de legendarische Charles Pahud
de Mortanges, die later met de Anglo-Normandiër Macroix nog individueel
goud zou winnen op de Olympische military in 1928 en 1932. Het kwartet
medaillewinnaars sprak bij de huldiging dank uit aan de Koninklijke
Nederlandsche Harddraverij- en Renvereeniging dat er wat ruimte
was gereserveerd voor de Olympische kampioenen. De hengst Henriot,
gefokt door Nicolaas Schermerhorn uit Alkmaar, begon zijn loopbaan
bij Jeroen Witteveen in de kaasstad en belandde later bij Cees Ockhorst,
in die jaren een van de beste trainers die ons land rijk was. De
Wassenaarder bezorgde Henriot als vierjarige zijn eerste zege. Er
zouden er van 1918 tot en met 1926 nog 41 volgen. Drie jaar was
hij het meest verdiende paard op de langebaan. Toen Jitze Kornelis
van der Veen in het Friese Hardegarijp de draver aankocht, verhuisde
hij naar de stallen van Siderius. Dat was in die jaren een opvallende
verschijning, aan wie het goede leven viel af te lezen. Niet vreemd,
want de succesvolle pikeur was ook nog eens uitbater van een café
in Sneek. Het contrast met zijn broodmagere broer Johannes kon bijna
niet groter zijn. In de koers gedroeg Siderius zich al even opvallend.
Wie in een koers met de nerveuze Fries verzeild raakte, kon rekenen
op een ritje waarin het tempo hoog lag. Siderius zweepte zijn dravers
tot het maximale op. Toen Henriot twaalf jaar oud was, vocht hij
in 1926 nog een legendarisch duel uit in de strijd om het Kampioenschap
van Nederland. Liefst 18.000 bezoekers, een uitroepteken lijkt hier
op zijn plaats, bekeken in Groningen het gevecht tussen onder meer
Tourterelle (Cees Ockhorst), Nora Belwin B met de lokale held Hendrik
Mensinga, Henriot en Madrigal. Na drie series won de lokale favoriete Nora Belwin B
de finale en het publiek werd gek van blijdschap.
Boven: Henriot, een inlandse crack. Hij won 28 keer op de langebaan.
In 1924 won hij als 10-jarige het Kampioenschap van Nederland op Duindigt.
Zijn winsom van ca. Hfl 23.000 was 40 jaar lang een Nederlands record.
Hij stond jarenlang ter dekking en zijn beste product was de hengst Xoli,
die ook Nederlands Kampioen werd, en wel in 1941.
Uiteindelijk was Henriot's recordtijd van 1.25,2 destijds helemaal
niet zo slecht. Hij ging na zijn actieve loopbaan dekdiensten verrichten
en deed dat voor een periode die vele jaren besloeg. Zijn eerste
kinderen waren vaak van uitstekend kaliber, maar in de loop der
jaren raakte Henriot blind en werden ook zijn nakomelingen van minder
allooi. Zijn obscure afstamming was er debet aan dat er weinig tot
niets is overgebleven van zijn lijnen. Zijn vader was de Franse
hengst Amiens, die in ons land veelal kleurloze meelopers bracht.
Bovendien was deze hengst een kwelgeest voor zijn verzorgers. Niets
en niemand was veilig voor de Fransman. Henriot zelf was een meer
goedaardig beest, maar veel van zijn kinderen kregen de karaktereigenschappen
van Amiens weer in de aderen mee.
Henriot's moeder Dobrina W (gefokt
door Sake Witteveen uit Harendermolen) was een dochter van de Oostenrijkse
hengst Paul H. Nu zou dat allang geen aanbeveling meer zijn, maar
indertijd stond de drafsport in het Alpenland op een hoog niveau.
Dobrina W was zelf een behoorlijk koerspaard, maar Henriot zou haar
enige kind blijven. De merrie overleed aan een beenbreuk nadat ze
bij het draven in een sloot viel. De moeder van Dobrina W was een
succesvolle fokmerrie bij Sake Witteveen: Linsca II. Ze bracht onder
meer de Sweepstakes-winnares van 1909, Emma W.
Er doen diverse opmerkelijke verhalen de ronde over Henriot. Hoewel
hij in 1938 al volkomen blind was en 24 jaar oud, reed Marten Siderius
er nog een arresleewedstrijd mee in Hardegarijp. Hij won wel. Uiteraard...
Moest Henriot nog leven met verlies van het gezichtsvermogen, met
eigenaar Jitze Kornelis van der Veen liep het nog slechter af. Nadat
de boer in september 1930 terugkeerde op de boerderij na een bezoekje
aan de koersen van Scheemda, trof hij een viertal jongens uit de
buurt op zijn hoeve aan, die contact wilden met het bij Van der Veen
werkzame dienstmeisje Pietje de Lang. Omdat Van der Veen van die
belangstelling niet was gediend, haalde hij de veldwachter erbij,
waarna zich op zijn erf een gevecht ontspon. Daarbij werd Van
der Veen door de werkloze stratenmaker Gosse Douma met mes in het
hart gestoken en hij overleed ter plekke......
|