NDR


Hoofdmenu
Archief:

Home

Nieuws

Organisatie

Bibliotheek

Fototheek

Videotheek

Museum >

Geschiedenis

Internationale Hall of Fame
De Koningen van de Drafsport

Hall_of_Fame
Vorige

Het Fenomeen
JAMIN

bruine Franse hengst, geboren op in 1953
van Abner 1.25,8
(v. Odoacre 1.26 u. Gracieuse VII 1.24,3)
uit Dladys recordloos
(v. Hernani III 1.24,4 u. Gladys XX)
Fokker: stoeterij Rouges Terres, Frankrijk

Volgende

Boven: Schilderij van Jamin als winnaar op Vincennes.

Titel: Een kat-achtig paard, genaamd Jamin
Gepubliceerd op de website van Le Trot op 23-08-2024
PORTRETTEN - SETF - door Jacques Pauc
(met schuingedrukt enkele toevoegingen door de webmaster)

Gedurende deze zomer nodigen wij u uit om de grote kampioenen te ontmoeten, die de legende van het draven hebben geschreven. Elke vrijdag publiceren we een artikel over een uitzonderlijk paard. We vervolgen het hoofdstuk van geweldige stylisten met Jamin.

Als er één draver is die zijn sporen zal hebben nagelaten, dan is het Jamin. Iedereen die hem in actie heeft gezien, heeft de puurheid van zijn stijl, zijn uitzonderlijke ‘kompas’ en zijn snelheid benadrukt. Jamin, de eerste Franse draver die in de jaren vijftig de Amerikanen thuis versloeg, had een geweldige internationale carrière en een opmerkelijk record. Hij was een uitstekende draver en ook buitengewoon van geboorte, omdat hij de kleinzoon was van een volbloedmerrie genaamd Gladys. Het is zijn verhaal dat we u hier gaan vertellen.

Jamin werd in 1953 geboren op de stoeterij Rouges Terres, destijds de beroemdste draverfokkerij van Frankrijk, opgericht door Jacques Olry. (bekend van de champagne Olry-Roederer) En in tegenstelling tot de verhalen werd Jamin niet zo genoemd na een telefonische communicatiefout. Jean Riaud, de trainer van Jamin, legt uit: “Mevrouw Olry Roederer had een lijst met namen gemaakt voor de veulens van het jaar en had Jasmin genoteerd, het netnummer van haar telefoon. (vroeger hadden de cijfers op de telefoon-draaischijf ook letters) Maar mijn vader Francis Riaud dacht erover na en gaf de voorkeur aan Jamin boven Jasmin (dat wat vrouwelijk klinkt). Zo simpel is het.”

Een kwart Volbloed
De ouders van Jamin waren Abner en Dladys, een dochter van Hernani III en Gladys, een volbloedmerrie, die vlakkebaan rennen heeft gewonnen op de renbaan van Saint-Cloud (handicapniveau). Deze Gladys was zelf een dochter van Craig An Eran (2000 Guineas).
(aanvulling webmaster: Jamin is dus voor een kwart renpaard. Het beroemde Haras des Rouges Terres van de bekende Champagne-familie Olry-Roederer kruiste in 1946 de Volbloedmerrie Gladys met de draverhengst Hernani III en het product was de recordloze dochter Dladys. Deze bracht later van verschillende draverhengsten 12 veulens, waarbij twee absolute cracks. Haar 2e veulen was Jamin (v. Abner), volgens velen was Jamin de beste Europese draver van de XXe eeuw. Vijf jaar na Jamin bracht Dladys de hengst Querido II (v. Fandango), tweevoudig Cornulier-winnaar. Dladys bracht nog 10 andere producten, waarvan Odysner en Ulner goede koerspaarden waren en slechts 3 recordloos.
Een volle zus van Jamin, Ninia 1.22,4 bracht 10 veulens, waarvan er 9 in de baan kwamen met als beste de crack Tabriz, ook tweevoudig Cornulier-winnaar. Caprior was van mindere kwaliteit maar werd wel een goede dekhengst.
Nafok van Dladys: Na deze successen werd het in volgende generaties toch wat minder met de nafok van Dladys, vaak door slechte vaderpaarden. Uit deze moederlijn stammen de Franse miljonair Swedishman (Ninia is zijn 4e moeder), Pinson, Jaminska en Remember Jihem. Verder nog de Belgische cracks Epalio, Fadalio en Orlando II.
In de fokkerij stelden de van Dladys afstammende dekhengsten wat teleur, maar hun dochters waren zeer succesvol. Jamin is de PdM (Père-de-Mère) van Hymour (PdAm), Hêtre Vert en Kimberland. Querido II is de PdM van Queila Gédé (PdAm). Tabriz is de PdM van Grace Ducal, Derby du Gite en Ukir de Jemma en Caprior is de PdM van Autour, Défi en Buvetier d’Aunou, Rainbow Runner, Joker de Rozoy en Dream of Gold. Jean-Pierre Dubois heeft veel te danken aan de Caprior-dochters Kravotte, Nevadara en Nesmile. Zijn topfokmerrie Tahitienne (moeder van Goetmals Wood) is 3+4 ingeteeld op Jamin en 4+5x5 op Dladys.)

Boven: De stamboom van Jamin. XX staat voor Engels Volbloed.
Bij Gael kun je twijfelen of dat klopt. In die jaren werd onder zijn
naam de "illegale" Amerkaan Calumet Delco gebruikt.

Debuut op 2-jarige leeftijd
Jamin begon zijn carrière op Enghien op 2-jarige leeftijd, op 18 augustus 1955, en eindigde toen met een sterke tweede plaats na veel terreinverlies bij de start, een opmaat naar zijn eerste overwinning in Vincennes op 25 augustus (in 1'29'' over 1200 meter - GP=Grande Piste). Hij bevestigde zijn talent op 3-jarige leeftijd tot zijn eerste klassieke succes in de Prix de l'Etoile (in 1'21''-2250 meter-GP) waarin hij weerstand bood aan de 1 jaar oudere Ica VI en waarbij jaargenoot Jokai als derde eindigde. Kwam daarna niet meer aan de start.

Klassiek als 3-jarige
Jean Riaud herinnert zich: “Destijds hebben we alle jonge paarden onder het zadel bereden en toen ik in de winter naar Rouges Terres ging, zeiden ze tegen mij: 'de volbloed' (de bijnaam van Jamin toen) is een echte draver! Hij was wat bangig, maar dat was niet erg, ook al trok hij er nogal aan, omdat hij nerveus was. Hij had meteen een prima tempo, maar had gewicht nodig omdat hij nog niet veel kracht in de achterhand had, hoewel hij, gereden door mijn broer Guy, tweede werd in de Saint-Léger des Trotteurs tijdens de enige race die Jamin onder het zadel heeft gedaan. Jamin won zijn eerste klassieker met de Prix de l'Etoile. Hij kon aan het Critérium des 3 ans niet meedoen omdat hij even uit de running was vanwege een peesblessure. Ik heb hem zijn hele carrière lang behandeld met Sansiro, een Italiaans product uit die tijd. We zorgden goed voor zijn hakken, die kwetsbaar waren.

Dominant als 4-jarige
Toen kwam Jamin op 4-jarige leeftijd terug op Vincennes en won hij het Critérium des 4 ans voor Joli Veinard en ook het Critérium Continental en nog enkele semi-klassiekers. We zijn ook naar Italië geweest om de Gran Premio Continental in Bologna te winnen, waarbij we de lokale kampioen Crevalcore versloegen. Intussen werd ik nipt verslagen door Joli Veinard D met Charley Mills in de Prix de l’Etoile. Het was mijn schuld omdat ik te vroeg begon, terwijl Mills achter mij zat te wachten. Kort daarna besloot ik Jamin lichter te maken. Tot dan toe had hij ijzers van meer dan 200 gram voorop. Ik heb het toen geprobeerd met 100 gram aluminium ijzers vooraan en 60 gram ijzers achteraan. Het heeft hem getransformeerd, hij vloog! Joli Veinard D heeft ons nooit meer verslagen.

Stijl
Jamin zou spoedig de beste draver ter wereld worden en zegevieren in heel Europa en de Verenigde Staten. Over zijn stijl zal Jean Riaud zeggen: “Jamin had een geweldige actie en net als de grote cracks richtte hij zich niet op, hij “bleef op de grond”, in lijn dravend, zonder te kruisen. Hij trok zijn achterbenen ook niet omhoog, hij legde ze neer. Sinds zijn succes in Italië op 4-jarige leeftijd had ik hem oogkleppen opgedaan omdat het hem hielp om op de kleine buitenlandse pistes rond te komen en ik heb ze daarna op gelaten.

Boven: Jamin traint met zijn trainer Jean Riaud op de sulky.

Exterieur
Jamin was 1,69 meter schofthoog, hoog in het bloed, met prachtige verbindingen, een mooie schouder. Hij had veel zenuwimpulsen, maar was tijdens de race niet zenuwachtig. Hij had een lange kootbenen, en misschien droeg dat bij aan zijn klasse, omdat hij een soepeler actie kon hebben. Naast zijn enorme klasse bezat hij ook grote moed, ook al was hij behoorlijk lastig in de mond, net als zijn grootvader van moederskant Hernani III.

Boven: Jamin poseert voor de fotograaf.


Boven: Jamin geschilderd door de Amerikaan Richard Reeves.
Het kunstwerk is via internet verkocht voor 14.800 USD.
Een krachtige schouder en de achterhand van een Volbloed.

Eerste Prix d'Amérique
Van al zijn successen maakten zijn twee overwinningen in de Prix d'Amérique, op 5- en 6-jarige leeftijd, hem tot de onbetwiste nummer 1. In 1958, op 5-jarige leeftijd, begon hij als favoriet, nadat hij daarvoor Jariolain had verslagen in de Prix de Cross, hem 25 meter gevend (in 1'20''5-2750 m-GP). En in de Prix d'Amérique, nadat hij de leiding had genomen bij het kleine bos, maakte Jamin zich in de laatste bocht los van zijn rivalen en won heel gemakkelijk (met anderhalve seconde) voor Jariolain en Infante II, in 1'20, waarbij Joli Veinard D de tweede plaats moest opgeven vanwege een fout op het einde.

Boven: Schilderij van de aankomst in de
Prix d’Amérique 19589. Jamin's eerste PdAm.

Dit was de opmaat naar zijn opmerkelijke overwinning in de Prix de France een week later. Jamin moest als Prix d'Amérique-winnaar 25 meter voor geven aan de meeste van zijn rivalen en moest alles uit de kast halen om Infante II op de finish te verslaan (in 1'18''1 - 2275m-GP). Jean Riaud herinnert zich: “Na een aanrijding pakte een deelnemer mijn wiel en stopte me op de klim (overzijde van de baan), waarbij Jamin op veertig meter achter de koppaarden kwam te liggen! Ik liet hem geleidelijk versnellen en hij finishte op volle snelheid om vooraan terug te komen en te winnen. Het moet gezegd worden dat Jamin een geweldige topsnelheid had. Ik vond het leuk om met hem te wachten, zolang een paard veel snelheid heeft, kun je wat mij betreft beter wachten op de eindsprint. Vervolgens wonnen we zonder problemen de Prix de Selection, die Jamin drie keer heeft gewonnen.

Boven: In de Prix de France 1958 raakte Jamin door een starthandicap en
een aanrijding ver achterop. In een furieus tempo snelde hij echter
alsnog naar de bloemen en verleidde de Franse pers tot de alleszeggende
kop: 'Vive le Roi!' (leve de Koning). Hier maakt hij met
Jean Riaud zijn ereronde met de Franse vlag over zijn rug.


GPdLL

Boven: Jamin in het voorwerk op Duindigt, voor de GP Lage Landen
in 1958. Hij is 5 jaar en wordt gereden door zijn trainer Jean Riaud.

GPdLL

Boven: GP Lage Landen 1958: De 20 m gunstiger gestarte Franse rivaal
Icare IV (met Monsieur Henri Levesque, rechts) klopt tot ieders verrassing
Jamin met een hoofdje. Laatstgenoemde loopt wel een koers-
en baanrecord. Niet zichtbaar zijn Quintus Harvester (3e) en
Hairos II, die vierde wordt en nog in Frans bezit is.

GPdLL

Boven: De finishfoto wijst uit dat Icare IV heeft gewonnen en
zijn rivaal Jamin met ruim een hoofdlengte heeft geklopt.

Tweede Prix d'Amérique
Herhaling in het jaar daarop dus in de Prix de Selection, maar ook eerder in de Prix d'Amérique 1959 waar Jamin toch als oud-winnaar 25 meter gehandicapt was. Vóór deze winter van 1958-1959 had Jamin zijn derde Critérium (dat van 5-jarigen) gewonnen door te spelen met Jariolain en Job en ook de Prix de l'Etoile te winnen... 75 meter voorgevend aan de 3-jarige Luth Grandchamp (1.17,5-2325 meter-GP)!

Maar laten we terugkeren naar zijn tweede Prix d’Amérique. Na net gemakkelijk de Prix du Bourbonnais (75 meter gevend over 2700 meter) en Bourgogne (50 meter gevend over 2250 meter) te hebben gewonnen, waarbij hij telkens de Joli Veinard D, Infante II, Hairos II of zelfs Icare IV op afstand achterliet. Startend als grote favoriet (op 4/10) ondanks zijn handicap van 25 meter. Jean Riaud gaf later zelfs toe: “Ik heb nog nooit zo gemakkelijk een race gewonnen. Jamin voegde zich bij Icare IV bij het ingaan van het rechte stuk en domineerde hem gemakkelijk, waarbij de Italiaanse kampioen Tornese derde werd voor Infante II. Jamin legde de 2.625 meter van het parcours af in 1’20”5. Een week later zegevierde hij heel gemakkelijk in 1'19''3 (2275 meter-GP) in de Prix de France, 25 meter gevend. voor Icare IV, Infante II en de Amerikaan Great Lullwater. De zondag daarop liet hij Icare IV, Jariolain en Honoré II in de Prix de Paris (1’20”6-3400 meter) kansloos, waarbij hij 50 meter extra had gelopen. Hij had dus de Triple Crown gewonnen.

Boven: Ingekleurde zwart-wit foto van de aankomst in de
Prix d’Amérique 1959. Jamin's tweede PdAm.

Elitloppet
50 meter voorgevend in zijn 3e Prix de Sélection, won hij probleemloos, voor Liebelei en Luiz II, voordat hij het Franse snelheidsrecord verlaagde naar 1.15,6 (1609 meter-autostart) in het Critérium de Vitesse de la Côte d'Azur in Cagnes-sur-Mer en hij versloeg toen Icare IV en Jariolain. In mei was de Internationale Elitloppet in Zweden een gemakkelijke prooi voor hem, waarbij Icare IV en Adept zijn slachtoffers waren. Destijds werd deze “Elitloppet” in één wedstrijd over 3200 meter betwist en Jamin had op dit lange parcours een tijd van 1’21” behaald.

Net gekllopt in NL
20 meter voorgevend, werd Jamin verslagen door Icare IV in de Grand Prix van Aby (2660 meter in 1'18''8) en vervolgens ook door Hairos II (die ook 20 meter vóór hem startte) in de Grote Prijs der Lage Landen (in een koersrecord van 1.19,4 over 2660 meter). Daarna zou Jamin glorie ervaren door het winnen van het eerste Wereldkampioenschap der Dravers (International Trot) in augustus 1959 in de Verenigde Staten, voordat hij dit succes anderhalve maand later herhaalde in het American Trotting Championship. Hij bleef de enige Europese draver die deze dubbel heeft behaald.

GPdLL

Boven: Ook in 1959 was JAMIN met zijn trainer Jean Riaud
de blikvanger in onze GP der Lage Landen.

Hairos

Boven: Hairos II wint de Grote Prijs der Lage Landen 1959
met voorsrong op de Franse cracks Jamin en Icare IV,
die bij de start 60 meter aan de koppaarden moesten voorgeven
en 20 meter aan Hairos II, die een half jaar eerder
door Willem Geersen was gekocht.
Dit was de eerste van drie zeges van Hairos II in deze koers.

Een ster in de Verenigde Staten
Op 6-jarige leeftijd was Jamin op zijn hoogtepunt. Om bekendheid te geven aan dit eerste wereldkampioenschap voor dravers (International Trot) hadden de Amerikanen groots gedacht, met sensatiezucht. Het werd verreden op Roosevelt Raceway in New York op een drafbaan van een halve mijl (804 meter), voor 48.000 toeschouwers. Jean Riaud zegt: “Ze lieten Jamin een rode orenkap opzetten! En omdat ik zei dat hij van artisjokken hield, stuurden ze hem tientallen kilo's, soms afgeleverd per helicopter! Ze noemden hem het paard met de rode oren (en ook "de artisjokken-eter")."


Intermezzo: De artisjokken-eter
Toen Jamin nog jong was had zijn trainer Jean Riaud hem, na een maaltijd met gekookte artisjokken, de left-overs (blaadjes) van de groente gegeven, en de hengst vond het heerlijk. Sindsdien kreeg hij elkje dag een portie. Toen Jamin in 1959 per vliegtuig in New York was aangekomen, vonden de douane-beamten in de bagage een weekrantsoen aan artisjokken voor Jamin, omdat hij daar zo gek op was en Riaud hem zich wilde laten thuisvoelen op zijn logeeradres. Maar de groente mocht van de douane niet worden ingevoerd en werd in beslag genomen. De PR-manager van de drafbaan startte een actie en deed een oproep aan de hele Amerikaanse bevolking om met spoed artisjokken op te sturen. Het was een kwestie van levensbelang voor Jamin, zeiden ze, want het paard wilde niet meer eten en begon al gewicht te verliezen. Mogelijk kon hij niet starten of ging hij zelfs sterven! Het gaf veel publiciteit en dat was precies de bedoeling. Allerlei organisaties gingen op zoek, ook de scouting, maar er was in heel de USA geen artisjok te vinden. Totdat plotseling iemand (groentekweker Eugene Boggiato) aan de andere kant van het land, in Castroville (Californië), zich meldde en 120 pond opstuurde naar de luchthaven JFK bij New York. Daarna werden de artisjokken per helicopter naar de stal van Jamin gevlogen, onder het oog van hele hordes journalisten en fotografen. Het was een hype, iedereen had het erover. Ook bij de huldiging van Jamin na zijn zege in de International Trot kreeg hij een artisjok als beloning.

Boven: Jean Riaud voert Jamin een artisjok.
Kijk hoe de hengst hiervan geniet.


Boven: Jean Riaud voert Jamin een artisjok.
Deze foto van "de artisjokkenvreter" ging de wereld over.



Riaud vervolgde: "Jamin zorgde voor veel publiciteit en hij amuseerde het publiek en de pers. En toen ze hem zagen winnen met zijn vloeiende draf, waardoor hij de indruk gaf dat hij sloop, gaven ze hem de bijnaam "de sluipende dood"... Ze bedoelden dat, wanneer Jamin zijn hoefslag verhoogde en steeds naderbij kroop, de ondergang verzekerd was voor zijn rivalen. In het Wereldkampioenschap wachtte ik en uiteindelijk domineerde Jamin in de sprint, door de Italiaan Tornese en de Amerikaanse Trader Horn te verslaan. In deze race op uitnodiging, een echte wedstrijd tussen de Europese en Amerikaanse top, behaalde Jamin een tijd van 1'18''1 over 2413 meter (autostart) oftewel een afstand van anderhalve mijl.

Boven: Jamin (nr.5) wint de International Trot in 1959, voor de Italiaan
Tornese (nr.2) en de Amerikaan Trader Horn (nr.4).

Boven: Dezelfde aankomst: Jamin (nr.5) wint de International Trot in 1959,
voor de Italiaan Tornese (buitenkant) en voor 48.000 toeschouwers.

Boven: Jamin poseert na zijn zege in de International Trot in 1959
op het stallenterrein van Roosevelt Raceway als Wereldkampioen
met in het midden Jean Riaud (met Amerikaanse vetkuif)
en links eigenaresse Mevrouw Olry Roederer
(houdt zij nou de NL-vlag omhoog?).

Het vervolg in de USA
Vervolgens werden er twee recordproeven (Time-Trials) georganiseerd in Springfield, waarbij hij 1.13,6 liep over de mijl. Die tijd werd in Europa niet als zijn record geaccepteerd. Na een reis van 2000 km in een busje met zijn trouwe verzorger Jean-Claude Van Stenbergh, weigerde Jamin, moe en blij om in een echte box te staan, zich te laten pakken en een halster om te doen om foto's te gaan maken!
En Jamin keerde daarna terug naar New York om de beste oudere Amerikaanse dravers uit te dagen in het American Trotting Championship (2011 meter autostart) op 18 september op Roosevelt. Nipt verslagen in een gevecht met Senator Frost, werd Jamin na onderzoek (in 1'16''5) tot winnaar uitgeroepen omdat de winnaar naar de finish toe had gegaloppeerd (volgens de Amerikaanse regelgeving werd Senator Frost teruggesteld naar de derde plaats). Trader Horn (7e) werd dit keer duidelijk verslagen.

Jamin, die in de Verenigde Staten een echte vedette was geworden (hij verscheen op de cover van de grote sportkrant ‘Sports Illustrated’), vertrok vervolgens naar Hollywood Park (Californië) om deel te nemen aan de American Trotting Classic over de Engelse mijl (1.609 meter), de standaard koers-afstand in Noord-Amerika. Dit evenement vond plaats in drie heats met een tussenpoos van telkens een week en je moest er twee winnen om tot winnaar te worden uitgeroepen. Jean Riaud vertelt: “In de eerste heat kreeg ik nummer 8 aan de buitenkant. De Amerikanen waren een beetje boos dat Jamin hen in New York versloeg. Daarom wilden ze niet dat ik bij de trekking aanwezig zou zijn. En hun kampioen Trader Horn had normaal gesproken nummer 9 aan mijn buitenkant. Maar op het moment van vertrek was hij achter nummer 1 gaan lopen! Ik nam de leiding in de eerste bocht op deze 1609 meter lange baan en bleef naast het leidende paard zitten. En we wonnen makkelijk (in 1’14”5). In de tweede heat hetzelfde scenario, behalve dat het paard aan mijn binnenkant mij naar buiten duwde en een gat creëerde voor Senator Frost, die mij op het eind kwam verslaan. Jamin werd tweede. In het derde onderdeel, in zekere zin de finale, trok ik nummer 2. Maar vlak voor de start zei de starter tegen mij: “vandaag wordt de start anders”! En daar, veertig meter voor de startpaal, begint de startauto op volle snelheid te rijden en sprint het paard naast mij in een poging om mij op te sluiten. Ik gaf er toen de voorkeur aan hem te weerstaan en voorop te blijven lopen. Toen viel een andere Amerikaan mij van voren aan, ik moest opnieuw counteren en uiteindelijk werd ik dertig meter voor de finish verslagen. Wij eindigden als derde. Omdat geen enkel paard twee heats had gewonnen, wilden ze kort daarna een soort superfinale houden... Maar toen zei ik: "Nee, het is genoeg, ik ga liever terug naar Frankrijk." Bovendien wilde ik terugkomen om naar Milaan te gaan om de Grand Prix des Nations te rijden om zo het Europese Grand Circuit op punten te kunnen winnen” (Noot van de redactie: Jamin zal in Milaan als tweede eindigen achter Tornese en zal het Europese Circuit van 1959 op punten winnen).

Boven: Jamin wint met overmacht een heat van
het American Trotting Championship in 1959.

Onenigheid met eigenaresse
Een nieuwe wintermeeting dreigde voor Jamin, met een starthandicap van… 50 meter in de Prix d’Amérique. Niet wat je leuk noemt. Tweede in de Prix du Bourbonnais achter Jour de Veine (75 meter gevend aan de koppaarden) voor zijn terugkeer naar Vincennes eind december, moest Jamin genoegen nemen met de vierde plaats in de Prix de Bourgogne waarbij hij 50 meter gaf. Die dag was de baan ook nog erg zwaar. Maar Jean Riaud zou kort daarna een brief ontvangen van mevrouw Olry Roederer, de eigenaresse van het paard, waarin zij hem ervan beschuldigde, zo zei hij, “dat hij niet al zijn kansen in de Prix de Bourgogne had verdedigd en Jamin op de een of andere manier zou hebben ingehouden! Mevrouw Olry Roederer gaat bijna nooit naar de races, deze brief moet gedicteerd zijn... Ik voelde mijn paard koken aan het begin van het rechte stuk, ik wilde hem niet uitwringen, maar trok er zeker niet aan! Toen ik dit las, zei ik dat ik hem niet in de Prix d’Amérique zou rijden. Ik vroeg Charley Mills en Jean-René Gougeon om mij te vervangen, maar zij weigerden uit solidariteit met mij. Ik heb nog steeds de brief van Mills waarin staat: "Ik zou net als jij hebben gedaan, Jean". Chyriacos vertelde me toen over Gerhard Kruger, een getalenteerde jonge pikeur uit Oost-Duitsland. Kruger was een beetje een kamikaze en onderaan de afdaling, toen hij een Italiaan passeerde, was er contact en de vork van Jamin's sulky barstte... Hij kon het parcours nog afmaken en eindigde furieus als derde."
Jamin was de eerste die onder de 1'20''-grens kwam in de Prix d'Amérique (hij liep 1'19''9 over 2650 meter) en eindigde op een sterke derde plaats net achter Hairos II en Tornese, na het hele veld te hebben ingehaald en lange tijd geblokkeerd te zijn geweest.

Hairos

Boven: Finish van de Prix d'Amérique op 31 januari 1960.
Hairos II (rechts) wint met een halve lengte voorsprong.
De Italiaanse "Vliegende Vos" Tornese wordt tweede.
Links komt Jamin nog aangestormd. Hij had deze koers al twee keer
gewonnen en moest daarom 50 m geven bij de start, een onmogelijke
taak. Het paard aan de reling is de Franse merrie Jour de Veine,
die vierde wordt.

Excuus en Revanche
Een week later hernam Jean Riaud de plaats op de sulky achter zijn crack en beiden keerden zegevierend terug in de Prix de France (1'19''8-2275 m) na een hevig gevecht met Jariolain, die 25 meter voorgift had gekregen. Maar in de Prix de Paris was het makkelijker, Jamin domineerde Jariolain en Kaid D ondanks 50 meter extra (1’21”6-3400 meter). "Vlak voor deze Prix de Paris stuurde mevrouw Olry Roederer mij vijfentwintig flessen Cristal Roederer-champagne met een brief, waarin ze zich verontschuldigde voor de vorige brief," zei Jean Riaud.

Europees record: 1.14,4 met bandenstart!
Daarna was er een evenement dat vandaag de dag niet meer bestaat: het Critérium International (1600 meter) op Enghien, op 20 februari 1960, aan het einde van de winter. Jamin zou daar een van zijn grootste prestaties leveren. De start vond plaats met elastieken en niet met een auto-start en Jamin liet Tornese op volle snelheid aan de leiding. Hij zag er nog steeds uit als de winnaar op 50 meter van de finish, toen: “Ik was halverwege het rechte stuk niet ver van Tornese gekomen toen Infante II mij aanviel. Daar zei ik tegen mezelf: 'Ah nee, je wordt niet derde!' Toen pakte ik Jamin aan, gaf hem zelfs een klap met de zweep en mijn paard kwam vol moed Tornese voorbij, die onder de inspanning wegsprong. De arme Jamin zou nooit meer herstellen van die race. De baan was zwaar, dat moet gezegd worden, en hij kwam met een blauwe plek thuis. Hij heeft nooit meer een race gewonnen."
Jamin legde de 1600 meter af in 1'14''4, een nieuw Europees record... Maar laten we herhalen, deze tijd werd behaald zonder de hulp van de autostart, wat minstens één seconde aan kilometerreductie scheelt en dat ook nog op een zware baan......

Naar Amerika verkocht?
De volgende zomer, Jamin keerde terug om, tegen het advies van Jean Riaud, in de Verenigde Staten te gaan koersen. Het moet gezegd worden dat de Amerikanen 800.000 dollar voor de kampioen hadden geboden met de bedoeling hem vervolgens als dekhengst bij hen te syndicaliseren. Het voorstel werd aanvaard, maar het is niet gelukt vanwege te hoge douanerechten (10%), volgens de officiële versie... maar dit is onjuist volgens Jean Riaud: "Het was vooral een zet van de directeuren van Yonkers Raceway die wilden dat Jamin zou bij hen thuis gaan racen omdat hij het vorige jaar op de concurrerende drafbaan van Roosevelt had gewonnen. Maar voor mij was Jamin niet meer dezelfde, ik wilde daar niet heen. Maar ik was nog jong en kon mijn baas niet tegenspreken. Dus hebben we de reis toch gemaakt, waarbij Jamin als vierde eindigde in de Gotham Trot. En aangezien hij niet won, konden ze de syndicatie niet rondkrijgen, dus ging de koop niet door.

Einde koercarrière, begin dekperiode
Jamin's laatste optreden vond plaats op 15 januari 1961 in de Prix de Bourgogne (3e achter Jocrisse na 50 meter extra af te leggen). Omdat hij tijdens de training kreupel was geworden, moest hij kort daarna, op 8-jarige leeftijd, de stoeterij betreden als dekhengst.
Het is hem als vaderpaard niet echt lukt in directe productie, met als beste Salbry 1'20'' (Critérium des Jeunes), Tessa II 1'17'' (1e Prijs J.Olry, Ph.du Rozier, 3e Prix des Centaures) en Vinci II 1'17'' (1e Prijs Octave Douesnel, 2e Critérium des 5 ans).

Maar Jamin werd wel een hele goede moedersvader. Zijn dochters gaven inderdaad Hymour 1'15'' (Prix d'Amérique, de France), Marco Bonheur 1'15'' (Critérium des 4 ans), Jalys du Roncey 1'18'' (Critérium des Jeunes), Olvera 1'16'', Fleuronné 1'16'' (Prix de Paris), Hetre Vert 1'15'', Ispahan 1'14'', Kimberland 1'15'', Greyhound 1'17'', Joachim 1' 16'', Natacha du Buisson 1'16'', Rokardo 1'16'' etc...

Kimberland 1'15'', Greyhound 1'17'' (vader van de crack Ourasi 1'12'' (vier x Prix d'Amérique)) en Hêtre Vert 1'15'' werden goede dekhengsten. En een geweldige fokmerrie als Tahitienne (Kimberland), moeder van de klassiekers Extreme Dream 1’14’’, Goetmals Wood 1’11’’ en Mahana 1’12’’, is bijvoorbeeld ingeteeld op Jamin (3x4).

Een ruimtegrijper
Maar uiteindelijk zal Jamin vooral met zijn stijl zijn stempel hebben gedrukt. Zoals we al zeiden, wordt hij ook in de Verenigde Staten bewonderd en zal hij iedereen hebben verleid die hem op de baan heeft gezien. Terwijl hij zijn voorbenen ver voor zich uit gooide, leek hij de ruimte te grijpen. Hij had iets katachtigs, in zijn flexibiliteit en zijn manier van snel bewegen zonder de indruk te wekken dat hij geforceerd was. Hij leek te glijden op de baan, terwijl veel dravers “inzakken” als ze moe beginnen te worden.

Boven: Jamin sprint in machtige draf.
Deze mooie actiefoto is hieronder ingekleurd:

Boven: Jamin sprint in machtige draf.

De kenners spreken zo over Jamin:
Onder de grote profs die hem zagen racen kunnen we Léopold Verroken citeren: “In pure klasse was Jamin de beste van allemaal. Hij was meer een snelheidspaard met geweldige actie, een beetje zoals Buffet II. Hij ging de Amerikanen thuis verslaan op hun afstand, 1609 meter. Dit moest gebeuren! Thuis, in Arras, runde mijn vrouw een PMU en liet ik een grote poster van Jamin aan de hele muur hangen!

Voor Jean-Pierre Dubois: “Ik begon het “F”-jaar, dus ik heb hem vaak zien koersen. Hij was een superkampioen, met een geweldig tempo.

Ali Hawas
zal zeggen: “Destijds was het nodig om in alle Internationale koersen starthandicaps te geven, anders had hij vier of vijf Prix d’Amérique kunnen winnen. Het was een fenomeen, vandaag zou hij op Vincennes 1’09” of 1’10” hebben gedraafd.

Jean-René Gougeon
merkte op: “Jamin had een ongelooflijke spanwijdte. Hij had een grote impact op mij. Ik was onder de indruk van dit paard. Hij ging de Amerikanen thuis verslaan op kleine circuits, wat hem gezien zijn geweldige actie in het nadeel bracht.

Tenslotte herinnerde Pierre-Désiré Allaire zich: “Als je Jamin zag draven, stroomde het bloed snel door je aderen, net zoals wanneer Edith Piaf zong of toen Nureyev danste. Hij was een katachtige als hij de “turbo” aanzette. Hij had een stijl die we nog nooit eerder hadden gezien.

En wat we sindsdien niet meer hebben gezien, kunnen we tot slot zeggen.
(einde artikel van Jacques Pauc)

Volgens veel kenners was Jamin de beste draver van de 20-ste eeuw.


Nog enkele foto's van Jamin

Boven: Jamin en Jean Riaud op Vincennes.


Boven: Met zijn hoge winsom kreeg Jamin in zijn topjaren altijd het
hoogste startnummer en moest hij altijd tientallen meters
bij de start voorgeven.


topper

Boven: Jamin geconcentreerd in volle actie.


  terug naar boven

© Copyright Archief NDR


Submenu
Museum:

Museumstukken

Prentenboek

Postzegels

Speelgoed

<Hall of Fame

Musea