In het weekblad 'Paardesport in ren en draf' nr. 18 van 1995
stond onderstaand artikel met bovenstaande titel.
geschreven door Douwe Frerichs
Als gevolg van een reeks door buitenstaanders opgestelde rapporten is de situatie tegenwoordig aanzienlijk gewijzigd. Het in de tachtigerjaren gepresenteerde NEHEM-rapport was voor de laatst overgebleven recreatieve banen de doodsteek. `De recreatieve draverijen bloeden langzaam dood' kopte het Nieuwsblad van het Noorden in oktober 1985. Een citaat uit het artikel: `op Joure na bloeden de recreatieve drafbanen in het Noorden langzaam maar zeker dood. De verliezen op de koers zijn zo groot, dat de baanbesturen met de handen in het haar zitten. Bezoekersaantallen en totalisatoromzetten zijn bedroevend slecht. Tegen de verwachting in was het deze zomer overal kommer en kwel. In Emmeloord, Sappemeer en in Eenrum. Aduard zag het zwerk drijven en koerste dit jaar al niet meer.'
De cijfers spraken boekdelen, maar inmiddels zijn ook de bestuurders van de Stichting NDR tot het besef gekomen dat ook in de voetballerij het profvoetbal het nooit zou redden zonder het amateurvoetbal en zij stelden enige jaren geleden het beleid bij. In een brief werd de nog zittende besturen de kans geboden om weer een meeting te organiseren. Echter onder de voorwaarde dat het de NDR geen geld mocht kosten. Drachten, Joure en Emmeloord slaagden erin een of twee meetings op touw te zetten. Maar waar bleef de rest?
Paardesport in Ren en Draf zal de komende maanden Nederland doortrekken voor een inventarisatie van hetgeen over is op het gebied van drafbanen. Piet Borsboom en ondergetekende begonnen de rit in Groningen.
Eeuwenoude traditie
De noordelijke provincie heeft een eeuwenoude harddraverijtraditie. Groningen was de paardesportprovincie bij uitstek en had liefst acht drafbanen en -baantjes die enige malen per jaar een meeting hadden. Dat waren Veendam, Scheemda, Eenrum, Sappemeer, Stadskanaal, Zuidhorn, Uithuizen en Aduard.
En in de zomer trok men op zondag massaal naar het Stadspark om daar van de cracks van weleer te genieten. Van die traditie is
weinig over. Eenrum organiseerde op 16 augustus 1985 zijn laatste meeting, waarna het Stadspark voor de moeilijke taak stond, om zonder steun uit de provincie, de plaatselijke bevolking met draverijen te blijven boeien.
Veendam
Onze eerste afspraak was in Veendam, bij oud-amateurrijder Henk Grol. De oud-directeur van Plaatknipperij Zuidbroek heeft heden ten dage geen banden meer met de drafsport, tuigpaarden zijn de nieuwe hobby. "Ik had vroeger drie vrinden, waarmee ik altijd samen naar de koers ging. Ik ben de enige die nog over is en daardoor is het minder geworden", legt Grol uit. Toch wijst
een stapel Paardesporten in de krantenbak erop dat Grol de sport niet heeft losgelaten. "Neen, ik lees er nog steeds alles
over", meldt hij.
Als geboren en getogen Veendammer weet Grol zich de baan nog levendig te herinneren. Een 800 meter lange grasbaan waar
koersen over één ronde werden verreden. Meestal met vier series en een finale. "Veendam koerste ongeveer vijftien keer per jaar en op zondag waren er dan weleens langebaankoersen", vertelt Grol, terwijl zijn echtgenote koffie en koek serveert. Henk Grol zelf had zijn dravers altijd bij Hendrik Maring ondergebracht en was regelmatig als amateur actief. "25 Jaar lang heb ik gereden en nog nooit een boete gekregen", voegt hij eraan toe.
"Ach", zegt Grol, "vroeger was het allemaal wat charmanter, de deelnemers reden veel gemoedelijker. De sfeer was goed met
veel volk aan de kant. Veendam was een heel gezellige baan waar trainers als Appie Siderius veel succes hadden. Het is nogal veranderd. lk kan me nog herinneren dat Ciska H in 1.27 won. Dat was toentertijd erg snel, 'wat een best peerd', zeiden we dan tegen elkaar. En wat vroeger ook vaak voorkwam was het zogenaamde uitbreken. Het gebeurde regelmatig dat een paard bij de uitgang ineens de weg naar het stalterrein verkoos."
Na de koffie rijden we naar het centrum van Veendam om te kijken wat er over is gebleven van de drafbaan. "Helemaal niets
meer", zo heeft Grol ons voorbereid. En inderdaad, op de plaats waar op 16 juni 1963 de trainers Neef en Oosting op de allerlaatste drafmeeting elk een hattrick scoorden met dravers als Alarik, Aduards Hanover, Ylogie M en X Tello, ligt nu het parkeerterrein van een winkelcentrum. Op de plaats waar eens de jurytoren was staat nu een benzinestation.
Boven: Veendam anno 1995. Dit plaatje had u eerder in de Autokampioen
verwacht dan in Paardesport in Ren en Draf? Dat mag dan logsicher lijken,
maar toevallig geeft het plaatje de lokatie weer waar eens dravers en
schaatsers in het rond vlogen. De achtergrond moet oude getrouwen
nog bekend voorkomen.
Voor een aparte pagina over Veendam:
Click hier
Scheemda
Dertien kilometer boven Veendam ligt Scheemda. De baan was destijds 525 meter lang en koerste tussen 1923 en 1955. Na de
Tweede Wereldoorlog werden hier rennen georganiseerd waaraan regelmatig Amerikaanse in Duitsland gelegerde militairen
deelnamen. Ook voor jockeys gold de dienstplicht. Van Scheemda is weinig over, zodat we direct koers zetten in de richting van het 30 kilometer ten oosten van Groningen gelegen Sappemeer.
Sappemeer
Wat we daar te zien kregen overtrof onze stoutste verwachtingen. Voordat we de baan bezoeken ontmoeten we bestuurslid Jan Balkema van de Vereniging voor Volksvermaak Sappemeer. Balkema was twintig jaar secretaris, is inmiddels in de zeventig en zetelde tot de laatste koersdag in het bestuur waarin ook de heren Euverink en Dekens zitting hadden. Jan Balkema heeft nooit paarden gehad, maar was als liefhebber met de sport verbonden. Hij werkte zijn leven lang als plaatwerker en autorestaurateur. Tijdens de
koffie komt het plakboek op tafel. Foto's van winnaars uit vervlogen jaren. Het baanrecord van Vanquir met Roelof Maring, knipsels uit de regionale pers etc. Maar ook foto's van Quicksilver S. "Ook die is hier geweest. Jan Wagenaar kwam dan met een trailer en nam alleen Quicksilver S mee om even het grote geld in de Grote Prijs van Sappemeer op te halen. Quicksilver S gaf 80 meter
aan de start en nog won de hengst van Johan Smit heel makkelijk. Dat waren geweldige koersen met het publiek op de banken."
Sappemeer organiseerde meetings tussen 1923 en 1985. Balkema en zijn echtgenote kwamen van kindsbeen af op de koers. "In 1935 reden we op de fiets naar de baan. We gingen met het hele gezin, oma erbij en zaten de hele middag in het gras bij de slootkant. Ik kan me nog herinneren dat oma eens een gulden gokte op het paard Moeskopf van Siderius. Die won pardoes en toen kreeg ze
twaalf gulden, wat in die periode veel geld was. Jammer was het dat oma gelijk verkocht was", vertelt mevrouw Balkema.
Ook Balkema meldt dat vroeger op de banen de sfeer en de charme beter waren. "Toch gingen we echt voor de gezelligheid, om de
paarden te zien en elkaar te ontmoeten. De kinderen gingen altijd mee en hadden op de baan eigen vriendjes."
Na de koffie is het tijd om ter plaatse polshoogte te nemen. Onder het viaduct door komen we aan de andere kant van de A7.
Balkema heeft de sleutels van het complex in zijn zak en opent het hek. Eenmaal binnen vallen onze monden open van verbazing. We
hadden een vervallen houten schuur, door onkruid overwoekerde tribunes en de vage contouren van een baan verwacht, maar in
de middle of nowhere heeft het bestuur in het allerdiepste geheim een spiksplinternieuwe tribune aangelegd. Terwijl de misere
rond de nieuwbouw van Lindetrek in de pers breed is uitgemeten heeft de Vereniging voor Volksvermaken op eigen initiatief een nieuwe tribune gebouwd. "Het drafcentrum is inmiddels zeven jaar oud", zegt Balkema, "maar een paard hebben we hier in geen tien jaar meer gezien." Een nieuw tribunehuis zonder koersen, dat vraagt om enige uitleg. Balkema: "In 1985 besloot Rijkswaterstaat dat de A7 moest worden verbreed. Hierdoor moesten we een deel van ons stalterrein en de locatie van onze oude houten tribune opofferen. De grond is in eigendom van de Vereniging voor Volksvermaken en in onze statuten staat dat het geld van de club voor paardesport gebruikt moet worden. Daarom heeft Rijkswaterstaat in ruil voor de grond een nieuw tribunehuis gebouwd. Het gebouw is in 1987 opgeleverd, de NDR had ons koersen beloofd maar is hier later op teruggekomen. Wij zijn hier erg teleurgesteld over."
Enige navraag op het NDR-kantoor leert dat het huidige bestuur niet op de hoogte is van de nieuwbouw in Sappemeer.
Maar ook het bestuur van Sappemeer ontving enkele jaren geleden een brief van de NDR. Balkema: "We hebben erover vergaderd, maar wilden niet een of tweemaal koersen. Ons idee is een keer of zes in het jaar te koersen, maar dan wel onder dezelfde voorwaarden als de huidige banen. Voor de NDR zit hier ook voordeel in. Het noorden zit te springen om een 800-meterbaan en ik ben er van overtuigd dat er veel volk komt als we de draad weer oppakken. Daarnaast is de locatie in eigendom. Het hoeft dus niet veel te kosten."
Bij de rondleiding blijkt dat er nog heel wat moet gebeuren voordat de dravers en hun pikeurs de show weer kunnen verzorgen.
Het terrein is overwoekerd door onkruid en er moet wat straatwerk worden verricht. Daarnaast is het in 1987 opgeleverde tribunehuis nog kaal. Het gebouw is ook van binnen groot. We lopen door een ruime hal, geschikt voor een restaurant. Er is een ruimte voor het comité en beneden zijn er kleedkamers. Ook is er een ruimte voor de totalisator. "Met een troepje vrijwilligers hebben we de zaken zo gereed voor de koers", zegt Balkema, die eraan toevoegt dat de kleine banen geen geldverslinders waren. Een korte controle leert dat ook de drafbaan makkelijk op te knappen is. De sintels zijn nog volop aanwezig en wanneer men de baan opentrekt ligt er een zacht pad voor de paarden. "Ach", besluit Balkema, "het is jammer dat zo'n mooie accommodatie er al jaren doelloos bijligt."
Het is duidelijk dat Sappemeer met zijn splinternieuwe accommodatie en fraaie 800 meter lange sintelbaan een nieuwe kans verdient.
Boven: Een echte tribune, nog nooit gebruikt; in Sappemeer,
een vreemd verhaal.
Boven: De oude houten tribune van Sappemeer.
Boven: Ongeveer dezelfde plek; vroeger stond er de oude tribune
van Sappemeer, later eiste de A7 (rechts) zijn rechten op.
Boven: Tribune-zicht op de 804 m lange sintelbaan van Sappemeer.
Zo ziet het er anno 1995 uit.
Voor een aparte pagina over Sappemeer:
Click hier
Aduard
Onze trip voert ons daarna naar Aduard waar we een afspraak hebben met de heer Sjouke Dijkstra, in het dagelijks leven directeur van de Koninklijke Sjouke Dijkstra en Zoon, een in Groningen bekend aannemers- en wegenbouwersbedrijf. "Jullie zijn zes jaar te laat, want we zijn nu niet eens meer kwaad", klinkt het bij binnenkomst. In het kantoor, met uitzicht op een kanaal, drinken we
thee. "Weer koersen?" Dijkstra herhaalt de vraag en geeft het antwoord: "Ik denk dat het niet meer kan. We staan nog steeds ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en kunnen van de rente van ons clubvermogen jaarlijks net de inschrijving betalen, verder houdt het op. We zijn voornemens de club te ontmantelen." Dijkstra was enkele jaren secretaris van Aduard en zetelde tot de
laatste koersdag - op 13 juni 1984 - in het bestuur met de heren P. Poppinga en J. Wierenga. "Mijn oom was altijd voorzitter
en hij zei ooit eens dat ik maar in het bestuur moest. Om de gemiddelde leeftijd van het bestuur wat terug te dringen. En zo geschiedde. Ik heb er nooit spijt van gehad. Aduard maakte goede jaren door, we hadden nog eens op zes meetings een miljoen omzet, maar het is hier uitgegaan als een nachtkaars. Op onze laatste koersdag was de omzet op zeven koersen 25 mille. Toen leden we verlies en zijn we ermee opgehouden", aldus Dijkstra.
Maar dat het in de goede jaren goed toeven was in Aduard blijkt uit de vele anecdotes van onze gesprekspartners, de heren Dijkstra
en Molema. "En na afloop was de prijsuitreiking in café Meyer. Daar dronken we tot diep in de nacht een borreltje." Dijkstra spreekt gemakshalve over de 'romantische tijd in de drafsport'.
Volgens de gegevens ging Aduard in 1952 van start en heeft de baan het 32 jaar volgehouden. Aanvankelijk was Aduard een
renbaan, later kwamen de dravers. Ze hebben een kleibaan gemaakt met later een lava-laagje, daar is niet veel meer van over.
Molema herinnert zich een zekere Freddie Scotch die hier lange tijd het baanrecord in handen had. In 1982 stelde Klaas Woudstra het record met Sauvage op 1.20,3 over 2140 m.
"Vroeger kwamen er minimaal 1000 man op de koersen af. Het hele dorp stond vol auto's, er werd veel tam tam en reclame gemaakt. Daarnaast hadden we de Vrienden van Aduard, mensen die belangeloos geld in een pot stortten om de koersen te ondersteunen. Die club had een paar honderd leden. Het liep geweldig. We waren ontevreden als we de 160 mille omzet niet haalden. De koersen hadden toen een speciale uitstraling. Het was in feite een grote happening en na afloop werd zonder bewaking of zoiets midden op het veld het geld geteld en de prijsjes uitbetaald. Dat was me wat."
"Tegenwoordig zit iedereen voor zijn eigen winkeltje te knokken. Ik heb het gevoel dat vroeger de saamhorigheid veel groter was, iedereen was voor de sport in de weer. Als ik tegenwoordig de kranten lees is het nu heel anders."
Achter een rijtje huizen vinden we de baan van Aduard en dan blijkt dat de tijd hier heeft stilgestaan. De grasbaan ligt er ongewijzigd bij, de bochten lopen een beetje op. Naast de tribune en de rechterstoel staat een metalen roller geduldig te wachten op het moment dat hij de baan weer mag egaliseren.
Boven: De rechterstoel van Aduard fungeert nu als voetbalkantine.
Eenrum
Op 16 augustus 1985 koerste Eenrum voor de allerlaatste keer. De eenvoudige accommodatie op het hoge land, zoals de Groningers deze streek noemen, ligt er na tien jaar ongewijzigd bij. We worden rondgeleid over de 640 meter lange baan door de heer Kamminga, een oom van trainer Cees en in de sport bekend door ondermneer de draver Flierefluiter K.
Eenrum was een baan zonder tribunes, het publiek kwam voor de paarden en stond langs de kant te kijken. "En na afloop werd er gehuldigd bij café Bulthuis, dat was ontzettend gezellig", zegt Kamminga. We verlaten het hek van Sportpark Eenrum en praten in de op loopafstand gelegen woning van Kamminga bij. Het is inmiddels laat in de middag, tijd voor een pilsje.
Kamminga was enige jaren penningmeester van de Vereniging voor Volksvermaken. De vereniging bestaat nog steeds en is zeer
actief, alleen behoort het organiseren van paardenkoersen niet meer tot de activiteiten van de club. Kamminga laat wat vergeelde
foto's en brieven zien en daaruit blijkt dat er al in 1922 in Eenrum werd gekoerst. De foto van het draverijcomité spreekt boekdelen. In 1957 ging de baan na een periode gesloten te zijn geweest opnieuw open. 'Het Noorden is een steunpunt rijker', lezen we in de krant. Op een foto kijkt een grote groep naar de ontknoping van een draverij op de 640 meter lange grasbaan. "Ook wij hebben een brief gekregen van de NDR, we zijn gaan cijferen en moesten concluderen dat het niet lukte om een meeting van de grond te krijgen. Dat was jammer."
Sinds hier niet meer gekoerst wordt is de bevolking vervreemd van de sport. Vroeger ging iedere zondag een bus vol met inwoners
van Eenrum naar het Stadspark. Voor twee gulden had je een retourtje en een plek op de baan. "Eenrum was een kweekvijver,
vooral voor eigenaren, die hier kennis maakten met de charme van de sport. Op de kleine banen wonnen paarden eens een prijsje,
het ging niet zozeer om het geld maar voor de eer. Tegenwoordig komen die niet meer aan de bak en daardoor was voor heel veel
kleine eigenaren met het verdwijnen van die kleine baantjes de lol ervan af. Dat hebben de cijferaars destijds onvoldoende beseft", aldus Kamminga.
Eenrum had een reputatie met amatricekoersen. Die waren hier altijd populair en goed bezet. Volgens Kamminga was Panhart hier
baanrecordhouder en dat blijkt bij navraag te kloppen. De pupil van Luut Dooper draafde op 20 augustus 1983 in 1.20,5 over 2040 m. Enig speurwerk levert een keur aan leuk materiaal op. Vooral Tjitse Smeding bleek in de laatste jaren van Eenrum erg goed te scoren. De krantenartikelen laten zien dat destijds, een dag na de paardenkoersen, ook de motoren op de baan van Eenrum rondscheurden. De baan wordt tegenwoordig nog steeds benut voor speedwaywedstrijden.
Boven: Eenrum, met de kerktoren en de molen als herkenbare punten.
Piet Borsboom (links) wordt ingelicht door de heer Kamminga.
Boven: Het draverijcomité van Eenrum in 1922.
Gezagdragers, dat is duidelijk. Protesteren niet aan te bevelen?
Boven: Eenrum, historisch beeld van de baan met
de rechterstoel op het middenterrein.
Boven: Eenrum, recentere foto (1980):
Piet Bron (met Phien K) leidt voor Tjitse Smeding (met Sonja Barend).
Naschrift webmaster:
Ruim 20 jaar later behoren Aduard, Eenrum en Leek tot de zogenaamde
grasbanen in de provincie Groningen, waar een jaarlijkse koersmeeting
wordt gehouden.
In het Fokkerijnummer van 1996 stond deel II van deze serie,
over Friesland:
Click hier
|