| KORTEBAAN
			Het ‘harddraven’ was in de 19de eeuw de populairste Friese sport. Uit advertenties blijkt dat er tussen 1800 en 1850 totaal 2.847 wedstrijden waren, meest in steden en dorpen met een geschikt stuk weg, dat aan drie voorwaarden moest voldoen: recht, hard en droog. Op tal van plaatsen kent men nog de ‘Hurddraversdyk’ (die vaak, zoals in Joure, tot officiële straatnaam is verheven). Vanouds werd het ‘hurddraven’ ter gelegenheid van een paardenmarkt en/of een kermis gehouden en trad, net als bij het kaatsen, de kastelein als organisator op. Men reed op ‘paarden onder de man’ oftewel ‘van dek af’. Hoogtijdag was in Leeuwarden de ‘keningsswipedei’, waar om de door de koning uitgeloofde gouden zweep werd gestreden.
Leeuwarden kent een rijke drafgeschiedenis. In een historisch boek lazen we dat "op den 2n september 1777 een draverij om een Gouden Zweep is gehouden op den Zwarteweg buiten Leeuwarden, ter eere van Prins Willem V, die toen het stadhouderlijk gewest zijner voorvaderen met een bezoek verheugde".
 
 Later werden kortebaandraverijen gehouden  langs "het Zaailand", aan de zuidkant van het plein in de stad. De aanleg van de Harlingerstraatweg bood in 1840 nieuwe kansen. Het eerste rechte stuk, dat bijna geheel op de oude Marssumerdijk werd aangelegd, werd meteen als harddraversbaan ingericht. De villa “Baensein” (einde der baan) roept hieraan nog herinneringen wakker. Ook is er later een villa “De start” geweest, doch dit opschrift is thans verdwenen.
 De baan aan het Zaailand bleef tot in 1865 nog in gebruik voor draverijen die ter gelegenheid van de voorjaarsmarkten werden gehouden. Daarna zou de baan op de Marssumerdijk zo’n dertig jaar het monopolie bezitten. Hier hield de stad haar kermisdraverijen, die in 1792 door Magistraat en Vroedschap waren ingesteld. Op de gedenkdag van de slag bij Waterloo (18 juni) werden hier ook ’s Konings prijzen verreden, bestaande uit een gouden zweep en een gouden oorijzer. Vóór 1873 vonden deze draverijen beurtelings te Leeuwarden en Groningen plaats, maar sedert het laatste bezoek van koning Willem III aan Leeuwarden loofde deze jaarlijks de prijzen uit voor een harddraverij te Leeuwarden. Voor het laatst was dat in 1892. Toen was het met de draverijen op de korte 300-meterbanen praktisch gedaan. Ze werden verdrongen door de Engelse wedrennen op de lange baan, die een veel groter en anders ingericht terrein vereisten. Voor dit doel werd enige tijd het ijsbaanterrein aan de Bleekerstraat gebruikt, maar al gauw bleek dat deze baan te klein en te gevaarlijk was, vooral ook door het enorme aantal toeschouwers dat erop af kwam. Daarom nam men het initiatief tot de aanleg van een ruim sportterrein, dat behalve als renbaan geschikt zou zijn voor allerlei openluchtsporten en –spelen.
Het initiatief leidde tot de oprichting van de Friesche Sportclub tot Exploitatie van een Sportterrein in Leeuwarden, die vervolgens een stuk land aankocht aan de Harlingertrekweg. Deze naar de toenmalige koningin genoemde Wilhelminabaan werd op 9 juni 1905 ingewijd met de eerste langebaandraverij.
 
 
 
                 
                  |   |  
                 
                  |   |   Boven: Voor- en achterkant van een prachtige zilverenlegpenning uit 1777. Achterop staat de tekst:
 Ter Gedachtenis geschonken aan
 Gerrit Foiekes,
 Wegens gedaane diensten als keurmeester
 van eene Harddraverij om een gouden Sweep,
 Landsweege vertoond bij Leeuwaarden, aan
 Sijne Doorluchtige Hoogheit, den Heere
 Prinse van Oranje en Nassou, aan Hoogst
 Desselvs Koninglijke Gemalinne en aan
 de Vorstelijke Kinderen.
 Op den 2 September 1777.
 door de ??: Mogende HEEREN
 Gedeputeerde Staaten van
 VRIESLAND
 *****
 
  Boven: Prent van een kortebaandraverij in Leeuwarden, op 25 sept. 1808.Waarschijnlijk is dit het Zwartepad, buiten de stad. Links op
 de achtergrond de scheve toren van Leeuwarden, de Oldehove.
 Prent uit de collectie van het Friesch Museum.
 Helaas een zwart-wit opname.
 
 
  Boven: Close-up van de paarden uit de daarbovenstaande prent. 
 
  Boven: Uitschrijving van een kortebaanwedstrijd in Leeuwarden op 9 juli 1813 in Leeuwarden, met als prijs een door Burgemeester
 (Maire) Bernhard Buma uitgeloofde "fraayen" Gouden Zweep.
 Gouden Zwepen werden niet alleen door de Koning uitgeloofd.
 
  Boven:
Tot 1865 was het Zaailand het decor van menige harddraverij. Hoogtepunt was de draverij om ‘eene fraaie, met goud gemonteerde zweep’,
 door de koning uitgeloofd. De schilder Jan Hendrik Matthijsen (1777-1855),
 sedert 1812 tekenmeester en schilder te Leeuwarden, legde in 1830 de
 ‘keningsswipedei’ vast. Het bijzondere van deze editie was dat koning
 Willem I te gast was, in gezelschap van zijn zoon, de Held van Waterloo,
 en zijn kleinzoon, de later als ‘gorilla’ berucht geworden Willem III.
 De drie Nassaus bevinden zich op het balcon van het Heeren Logement,
 het hoge gebouw rechts van het midden. De hoofdrol op de prent is
 echter weggelegd voor de winnaar, die vrolijk met zijn hoed zwaait.
 
  Boven: Deze ingekleurde pentekening is een kopie van het schilderij daarboven.
 
  Boven: Deze ingekleurde zwart-wit foto is gebruikt als ansichtkaart.Het is een apart kortebaan parcours, buiten de stad, bij de ijsbaan?
 Rechts in de verte is een tribune te zien met vlaggen.
 Zie ook de luchtfoto hieronder.
 
 
 Gouden Zwepen in LeeuwardenLeeuwarden kent een lange historie met door de koning uitgeloofdeGouden Zwepen. Het Fries Museum heeft er een aantal in depot en
 de mooiste ligt in een vitrine in de permanente tentoonstelling.
 Die kunt u dus altijd gaan bewonderen.
 
  Boven: Deze met goud gemonteerde prijszweep uit 1811 is gemaaktdoor Petrus Rienstra en is sinds 2014 te bewonderen in het nieuwe
 Fries Museum te Leeuwarden, in de afdeling 'Geschiedenis van Friesland'.
 De zweep werd gewonnen door een paard van S. M. Visser te Akkrum.
 (foto HH, 2016)
 
 Voor meer informatie over en foto's van kortebaanwedstrijden en
 Gouden Zwepen in Friesland:
 Click hier
 
 Voor een artikel over de Gouden Koningszwepen in Leeuwarden:
 Click hier
 
 In 2015 reikte Koning Willem-Alexander een Gouden Zweep uit
 te Leeuwarden  ter gelegenheid van het Maria Louisejaar.
 Click hier
 
 
 LANGEBAAN Er zijn in Leeuwarden twee koersbanen geweest, die zijn  beschreven in het boek "Draf- en Renbanen in Nederland" 
              van Durk Minkema. De onderstaande teksten en enkele foto's zijn hieruit overgenomen. De andere foto's komen uit ons eigen archief. 
  LEEUWARDEN IJSBAAN1899-1904
              De langebaandraverijen deden voor het eerst hun intrede in Friesland in 1899. Het initiatief daartoe werd genomen 
door de heren Herman Schaap en B.S. Hylkema, die in overleg met het Noorder Sportcomité uit Groningen onder de 
bezielende leiding van de heer G. Rost het ijsbaanterrein van de Leeuwarder IJsclub huurden. Op deze ijsbaan aan 
het einde van de Bleekerstraat werd een kleine, komvormige drafbaan uitgezet, die 571 meter lang was. De eerste 
draverijen op deze grasbaan werden op 24 juli 1899 gehouden en deze trokken zoveel publiek, dat het terrein direct 
voor vijf jaar gehuurd werd.In 1900 en 1901 organiseerde het eerder genoemde comité telkens twee meetings, waarna op 18 juni 1902 de 
Leeuwarder Harddraverij-vereeniging, onder voorzitterschap van de heer H. Gorter, de organisatie overnam. Het 
gezellige terrein van de ijsbaan was eigenlijk niet geschikt voor de drafsport, het was te klein en te gevaarlijk. Men 
vond in 1905 een veel geschikter terrein in de vorm van de Wilhelminabaan (zie hieronder).
De ijsbaan lag ten noordoosten van het Rengerspark, waar nu de Rengerslaan ligt en liep tot aan het water van de 
Oude Meer, ongeveer tussen de huidige Chr. Hogeschool Noord-Nederland (CHN) en Nijenhove aan de 
Dekamastraat.
 
 Bronnen:
 W. Dolk: Leeuwarden in oude ansichten. Zaltbommel, 1967;
 W. Dolk: Leeuwarden gephotographeerd. 
Leeuwarden, 1975;
 Melis A. van Seijen: Op reis door Friesland in grootmoeders tijd, dl. I en dl. 2. Leeuwarden, 
1971;
 R. Visscher: Leeuwarden van 1846 tot 1906. Den Haag, 1908.
 
  Boven: Deel van platlegrond van Leeuwarden uit 1915 met rechtsbovende ijsbaan naast het Rengerspark en met links onder de Wilhelminabaan.
 Ontleend aan: Rene Kunst e.a. (red.): Leeuwarden 7.50-2000
 Hoofdstad van Friesland. Franeker, 1999.
 
 
  LEEUWARDEN WILHELMINABAAN1905-1911 en 1917-1962
800 meter koersen in 1911-1962 
De ijsbaan aan de Bleekerstraat was als drafbaan te klein en te gevaarlijk. Over de aanleg van een nieuwe baan ontstond verschil van mening binnen de gelederen van de zeshonderd leden tellende Leeuwarder Harddraverij Vereeniging. Na een woelige vergadering, begin 1905, werd de vereniging ontbonden en velen gingen, met de aanwezige kasgelden, over naar de nieuw opgerichte `Friesche Sportclub tot exploitatie van een sportterrein in Leeuwarden'. De Sportclub kocht een terrein land van 18,5 pondemaat (circa 6,8 ha), gelegen aan de Harlinger Trekvaart, direct ten westen van de Sneekerkade. Het terrein werd geëgaliseerd, de sloten werden gedempt, aan de stadszijde met een schutting afgesloten, terwijl aan de overzijde een beplante wal werd aangebracht. Op het terrein werd een drafbaan van 825 meter lengte aangelegd, die naar binnen wat afhelde, in de bochten meer dan op de 
rechte einden. Links van de ingang aan de Harlinger Trekweg en vlak bij de finish was een tribune met 500 
zitplaatsen gebouwd.
 De Friesche Sportclub kocht het terrein voor f 48.000 en de inrichting had haar f 12.000 gekost. Op deze baan, die de naam Wilhelminabaan kreeg, werd linksom gereden. De baan werd op vrijdag 9 juni 1905 officieel geopend met een drafmeeting. Op de Wilhelminabaan werden ook tennisvelden aangelegd, terwijl er eveneens gevoetbald en gehockeyd werd. Dikwijls vonden er concoursen hippique en veetentoonstellingen plaats.
 In de eerste moeilijke jaren na de afkondiging in 1911 van het verbod op de totalisator en bookmakers vonden er geen langebaandraverijen meer plaats. Maar op initiatief van een der oudste Friese dravereigenaren, Herman Schaap uit Leeuwarden, werd op 31 augustus 1911 begonnen met de zogenaamde 800-meterdraverijen, die een groot succes werden en weldra door tal van banen overgenomen werden. Het paardenbestand was door het totalisatorverbod drastisch ingekrompen, maar nu kon men met een relatief klein aantal van zestien à twintig dravers een gehele meeting vullen met een A- en B-draverij met series en finales met telkens vier paarden. Pas vanaf 1917 werden er ook weer langebaanmeetings georganiseerd op de Wilhelminabaan, meestal twee per jaar.
 
 De 800-meterdraverijen in Nederland zouden tot het midden van de zestiger jaren van de 20ste eeuw blijven bestaan, daarna werden ze nog een enkele maal als curiositeit verreden.
 
 In 1919 vestigde de pikeur Jan F. de Boer zich als trainer aan de Wilhelminabaan, in de wandeling 'kleine Jan' genoemd, ter onderscheiding van zijn oudere broer Jan G. de Boer, eveneens pikeur, die `grote' of `schele' Jan genoemd werd. Later zou Lammert Hof op de baan als trainer werkzaam zijn. In de jaren dertig en veertig van de 20ste eeuw werden ook af en toe rennen op de Wilhelminabaan gehouden.
 
 Op 20 juli 1962 werden voor de laatste maal draverijen op deze baan verreden. De kleine, gezellige, kleigrasbaan viel ten prooi aan de stadsuitbreiding. Nu staan er op het terrein tussen de Harlinger Trekvaart en de Tesselschadestraat de grote gebouwen van Postbank, UWV en Landbouwcentrum. Zie voor de ligging van de Wilhelmina-baan de kaart bij Leeuwarden IJsbaan, hierboven.
 
 Bron. R. Visscher: Leeuwarden van 1846 tot 1906. Den Haag, 1908.
 
 (einde teksten uit het boek van Minkema)
 
  Boven: Luchtfoto van de Wilhelminabaan uit 1925, met rechtsbovende stallen van J.F. de Boer en in het midden, achter de
 NV Stoommeelfabriek Fortuna, de tribune en rechterstoel.
 (uit: D. Swierstra, Oud-Leeuwarden vanuit de lucht, 1996;
 Foto AVIODROME Luchtfotografie - Lelystad)
 
  Boven: Kapitein wint met J. Ensing Wilhelminabaan te Leeuwarden op 6-6-1910.
 (foto uit de Revue der Sporten)
 
 Boven: Sophie getraind door J.F. de Boer te Leeuwarden.
 
 Boven: Stanfriesin wint met Marten Siderius te Leeuwarden.
 
  Boven: Allright, hier met Marten Siderius te Leeuwardenmidden jaren dertig.
 
  Boven: In de jaren 1935 tot en met 1939 werd in Leeuwarden een Gouden Zweep voor de 800-meterdraverijen uitgeloofd, welke meetings
 enorm veel volk trokken. Hier de belangstelling tijdens de meeting
 van vrijdag 21 juli 1939. Op de achtergrond de stal van J.F. de Boer.
 (uit: Fen Fryske Groun, 28 juli 1939)
 
  Boven: 17 juli 1936: uitreiking van de Gouden Zweep door voorzitter Joh. J. Boelstra van de drafclub Wilhelminabaan aan
 de 29-jarige A. Nottelman uit Schagen, die met het paard
 Clara Bascom als eerste was geëindigd.
 (Foto Ch. Gombault)
 
 Deze Zweep is nog in bezit van Bram Nottelman's dochter Nienke,
 die de ereprijs in 1995 korte tijd ter beschikking heeft gesteld
 aan het NDR-Museum voor bezichtiging door het publiek.
 Click hier voor een artikel over de Gouden Zweep uit 1936
 
 
 Boven: W Petrosia leidt voor Windekind te Leeuwarden 14 juli 1936.De hoge haag moest het zicht op de baan van buiten af weg nemen.
 Men moest entree betalen om de koersen te kunnen zien.
 Minkema noemt dit "een beplante wal" dus deze foto is
 genomen aan de overzijde vanuit de tribune gezien,
 bij het ingaan van de laatste bocht.
 
 Boven: Luitenant koerst hier met John Sideriuste Leeuwarden op 2-10-1949.
 
 
 Boven: Koersen op de Wilhelminabaan in Leeuwarden, rond 1960.Jaap Verhoeve leidt.
 
 Boven: De Wilhelmina-baan in Leeuwarden, vanaf de "tribunekant" bekeken (1960).
 
 Boven: Yrma Dunst (rechts met Dirk Bolwijn) en stalgenoot Zilverreiger S (links met Bonne de Jong) strijden
 in 1962 te Leeuwarden om de winst in de 800 m koers.
 Dit is de laatste keer dat er in Leeuwarden is gekoerst.
 
 
 
			 |