Willem Geersen was één van de meest markante trainers én pikeurs in de Nederlandse sport. Hij was in zijn lange loopbaan liefst 25 maal kampioen bij de rijders in ons land en pakte die titel 29 maal bij de trainers.
De Belgische trainer Remi Bals over Willem Geersen:
Boven: de Amerikaanse hengst THE GLEANER, een van de beste paarden,
die Willem Geersen (rechts op de foto) in training had.
The Gleaner won met Willem Geersen het Kampioenschap van Nederland
in 1934 en 1935 en op de baan van Dilbeek de Grand Prix d'Hiver
in 1934 en in datzelfde jaar bracht hij het baanrecord van Le
Croisé-Laroche op 1.15,4, gegangmaakt door zijn vriend Remi Bals
op een vluchter (zie foto hieronder). The Gleaner zou later naar
Nederlands Indië uitgevoerd worden.
Boven: foto uit het boekje "Zeg maar Remietje" over
de bekende Belgische trainer/pikeur/jockey Remi Bals.
In het bijschrift zegt Remi over deze foto o.a.:
De Nederlandse trainer Willem Geersen, voor mij de beste trainer
in die tijd, een olifant van een vent met zijn honderd en zoveel
kilogram (Remi was heel klein), wilde het record van Le
Croisé-Laroche breken met de Amerikaanse hengst The Gleaner.
Dat paard had altijd wel een ander paard naast zich nodig om zich
aan op te trekken. Daarom vroeg Geersen aan mij om op een vluchter
(galopperend paard) naast hem te gaan rijden. Ik op de graspiste en Geersen op de
renbaan. Het liep goed af, want The Gleaner klopte het record
van Le Croisé-Laroche in 1.15,4. Geersen was iemand waar ik naar
opkeek. Als hij naast mij stond, kon ik me verkleden achter één
van zijn broekspijpen. Als hij bij mij thuiskwam moesten wij de
luster hoger optrekken, anders geraakte hij niet binnen....
Onderstaand een artikel uit het magazine
Hilversum Centrum Drafsport '93/94
een uitgave van de PSH Hilversum:
Boven: Willem Geersen, keurig in het pak, sigaar in de mondhoek,
samen met zijn charmante vrouw en zijn grootste crack Hairos II.
Foto genomen in 1960 bij de stallen van Roosevelt Raceway
in New York, waar Hairos wereldkampioen werd.
De legendarische Willem Geersen
Het was een zwarte dag voor drafminnend Nederland toen het ANP in
1974 het overlijdensbericht van Willem Geersen op de telex zette.
Met zijn verscheiden werd een drafsporttijdperk afgesloten dat door
deze grote, forse maar weinig spraakzame man op unieke wijze dertig
jaar was beheerst. Zijn heengaan is al bijna twintig jaar geschiedenis
maar de emoties, sfeer en de associatie die Geersen bij insiders
nu nog oproept, geven aan welk een dominerende persoonlijkheid hij
moet zijn geweest.
Wie iets autobiografisch probeert met als onderwerp Willem Geersen
verzandt al snel in ongelooflijke statistieken en een schier oneindige
lijst successen en zegepralen. De man achter dit alles lijkt niet
meer in aardse contouren te schilderen. „Moet je je voorstellen",
zegt Hans Eysvogel, terugblikkend op veertig jaar verslaggeverschap,
„zit die Geersen daar op de baan van Hilversum met de enorme favoriet
en topcrack Hairos II in de koers. Ingesloten door paarden met nota
bene zijn eigen knechten op de sulky. Ze wilden de meester zeker
eens even laten zien, dat ze het rijden ook onder de knie hadden.
In de voorlaatste bocht had Geersen het spelletje door. Hij zette
zijn paard gewoon op de rem en, echt waar, die Hairos II stond eventjes
echt bijna helemaal stil. De achterste insluiter moest toen wel
opzij. Geersen leek vervolgens de hengst vleugels te geven. Hairos
II, met de spierwitte bandages, vloog vervolgens om het veld heen
en won nog met een straat. Dat was nou Geersen..." Kort voor de
dood van Geersen bracht meesterknecht Martin Vergay hem nog een
laatste bezoek. Over wat toen is besproken wil de voormalige toppikeur
niet echt veel kwijt. De 71-jarige Noordhollander, ook een vermaard
sulkyridder, moet bij de herinnering aan zijn lange dienst bij Geersen
wel regelmatig in de nog rijkelijk volle haardos graaien om de emoties
geen grip te laten krijgen. "Och man", vat Vergay samen, "er
werd zo weinig gepraat eigenlijk. Het was geen man van woorden.
Als je had zitten stuntelen in een koers dan was hij er zeker de
man niet naar om er over na te zaniken. Daar stond wel tegenover
dat als je het goed had gedaan, je ook niet veel hoorde. Zo ging
dat nu eenmaal. De baas vond de paarden nummer één, klaar uit."
Vergay meldt het zelf ook oernuchter, maar toch is het moeilijk voor
te stellen. Hij kwam eens thuis uit Duitsland na met Jour de Java
20.000 DM te hebben verdiend. Een onvoorstelbaar bedrag in die tijd.
Maar op de thuisbasis Valkeveen is het de volgende morgen gewoon
de routine van alle dag.
Boven: Quick G (van Captain Henry uit Bonnie M)
wordt uitgeladen voor de koersen in Breda, april 1930,
door een toen nog jonge en slanke, 24 jaar oude
Willem Geersen
.
Boven: Quick G met Willem Geersen (rechts) in felle strijd
gewikkeld met Paulowna S met Gies Ensing
op Woudesteijn 2 juni 1929.
Boven: Een nog jonge Willem Geersen wint in de 20-er jaren
een koers met Norbert G.
Hoogtepunten
Willem Geersen beleefde zelf in 1960 het hoogtepunt uit zijn carrière.
Op de laatste zondag van januari wint hij met Hairos II de Prix
d'Amerique in Parijs. Met zijn unieke stijl van rijden klopt hij
de voltallige wereldtop. Het publiek, 40.000 man sterk, brult zich
de kelen schor. Als de complete nationale pers zich de volgende
morgen al vroeg naar Valkeveen rept, vinden ze de trainer in overall
met een bezem in de hand in de stal. „Geersen? Dat ben ik ja, hoezo?"
Over de manier van werken op het grote entrainement in Valkeveen
wil Vergay ook nog wel wat kwijt. „Geersen maakte uit wie welk paard
in de koers zou rijden. Dat vertelde hij je niet, dat zag je pas
in het officiële programma." Vergay, 28 jaar in dienst van Geersen
als meesterknecht, laat geen woord van kritiek los. Als vrienden
gingen ze in 1968 uit elkaar. Eigenlijk nog het meest omdat vrouw
en kinderen graag zagen dat hij ook eens voor zichzelf begon. „Het
was een mooie tijd", kijkt Vergay terug, „maar later met veel meer
paarden en personeel was de intieme sfeer een beetje weg."
In zijn glorietijd trainde Geersen zo'n zeventig dravers, een flink
aantal stond in de dependance bij de drafbaan Hilversum. Gerard
van Eykelenborg, in die jaren een 'broekie' van net in de twintig
maar inmiddels één der beste pikeurs, weet het zich allemaal nog
precies te herinneren. „Ik keek m'n ogen uit als hij z'n paarden
kwam snelwerken op de baan. Klokslag tien uur kwam hij in een Buick,
zo'n grote Amerikaanse wagen het terrein op. Ik weet eigenlijk niet
waarom maar in alles wat hij deed, dwong hij enorm respect af. Tegen
hem praten of iets vragen, durfde ik al helemaal niet. Om twaalf
uur was het afgelopen en vertrok hij weer naar Valkeveen."
"Een keer sprak hij mij aan. Een paard uit zijn training. Black
Hollandia, was verkocht. In feite door hem opgegeven. Door een Hongaarse
zeepkuur, een zwaar blistermiddel toegepast door Joop van den Berg,
hadden we de draver zo ver gekregen dat hij nog een paar koersjes
won. Geersen kwam toen naar me toe en zei 'gefeliciteerd'. Je kan
je nu niet meer voorstellen, wat dat toen voor mij betekende..."
Geersen leidde veel talent op. Martin Vergay, Freek Eerenberg, Jan
van Buytene, Piet Heynen, etc. Allemaal leerden ze het vak bij de
grootmeester. Ook als fokker is hij in bepaalde statistieken ongeslagen.
Minder bekend bijvoorbeeld is, dat hij maar liefst vijf Derby-winnaars
fokte. De meeste bekendheid kreeg hij toch door de aankoop van Hairos
II. Geersen zocht voor hem een koper onder zijn eigenaren maar dat
liep niet zo vlotjes. De Franse hengst moest 40.000 gulden kosten.
Een bedrag waarvoor je in die tijd, 1959, een mooie villa kon aanschaffen.
Een eigenaar had toevallig succes aan de roulettetafel in Oostende
en zo kwam de hengst in bezit van de heer Voordouw. Een eenvoudige
draver was Hairos II niet, anders was hij ook niet te koop geweest.
Geersen kreeg hem echter in perfekte balans en in topvorm. Na de
sensatie op Vincennes in de Prix d'Amérique wilde ook Amerika wel
eens kennismaken met de 'Flying Dutchman' en '300 pounder' Geersen.
Op een volgepakt Roosevelt Raceway werd Hairos II ook nog even wereldkampioen.
Boven: Hairos II en Willem Geersen maken een ereronde
op Roosevelt Raceway na het behalen van de wereldtitel.
Vaste verzorger Wim Runhaar lift mee.
Boven: Willem Geersen toont zijn beste paard ooit,
de Wereldkampioen van 1960 Hairos II.
Talloos zijn de hele of halve legenden die jaar in jaar uit de ronde
doen over grootmeester Geersen. Een insider kan horen of een paard
min of meer zuiver draaft. Geersen zou, zelfs zittend in zijn huiskamer,
hebben kunnen horen wat er aan de balans van het paard moet worden
veranderd op het moment dat hij op de baan door zijn personeel werd
gewerkt. Humor had hij ook wel. Eens, op een vraag van eigenaar
of hij met zijn paard ging winnen, meldde hij 'absoluut' om te vervolgen
met 'je moet alleen niet gek opkijken als ik een beetje ruim ga
sturen anders is er helemaal geen lol meer aan'. Met winnen had
de Valkevener niet de minste moeite. Op Mereveld won hij eens alle
tien draverijen van een meeting. Hij was ook de eerste pikeur die
in een jaar meer dan honderd koersen zegevierend wist af te sluiten.
Zijn paarden kwamen in geheel Europa aan de start. Oudgedienden
denken met weemoed terug aan Axkit, The Gleaner, Parisien, de grote
Mac Kinley, Theo Messidor en Jour de Java. Beroemd waren de duels
van laatstgenoemde met Quicksilver S. De twee cracks waren zo aan
elkaar gewaagd, dat vaak zo'n koers in een pure match-a-deux werd
beslecht. Jour de Java werd door Martin Vergay ook internationaal
gereden. "Ik was internationaal goed geaccepteerd", meldt Vergay
bescheiden, "maar ik won niet altijd natuurlijk." Zijn mooiste wapenfeit
was merkwaardigerwijs een tweede plaats met Mac Kinley in de Preis
der Schnellsten. Vergay: "Met zijn drietjes, Charlie Mills, Hans
Frömming en ik, moesten we vijftig meter aan het veld geven.
Met minder dan een neusje werd Mac Kinley geklopt door Fortunato
II met Mills. Laatstgenoemde behoorde als winnaar van de Prix d'Amérique
tot de wereldtop. De toppers van Geersen, Jour de Java en Mac Kinley,
verdienden in hun tijden 180.000 en 140.000 gulden. Duizelingwekkende
bedragen voor die tijd.
Geersen toptrainer.
Behalve zijn vakmanschap op de baan genoot Geersen ook aanzien als
trainer. Misschien zelfs wel meer. Zijn trainingsmethoden vinden
nog steeds navolging. Als eerste gebruikte hij het indertijd brakke
IJsselmeerwater als ideale therapie voor geblesseerde draversbenen.
De paarden werden zo het ondiepe water ingereden. Meerder trainers
doen nu exact hetzelfde aan het Noordzeestrand. Ook had hij op zijn
entrainement in Valkeveen een stapmolen van ruim 300 m lengte. Uniek
in de wereld.
Zijn makker, de stokoude paardenman Jaap de Waal vat het allemaal
mooi samen: "Zo één als Geersen? Die komt nooit weer..."
Lees ook het verhaal over "Geersen als fokker" opgetekend
uit de mond van zijn vriend Jaap de Waal, de toenmalige voorzitter
van de Fokkersvereniging.
Boven: Geersen importeerde al ver vóór Hairos II Franse dravers.
Hier staan Neosho (Fr) en Willem Geersen, met naast hem eigenaar J. Verkade.
Zij hebben gezegevierd in de Grote Prijs van Roosendaal in 1942.
Hier is Geersen 36 jaar oud.
Boven: Geersen en Hairos waren zo populair begin 60-er jaren dat
de platenindustrie hen graag in een advertentie gebruikte.
De bekende Willem O Duys overhandigt de platenbon.
Boven: Willem Geersen en Hairos II (links niet in beeld) worden te
Hilversum gehuldigd na de overwinning in de Prix d'Amérique
1960.
De lange trainer/pikeur houdt de hand van de kleine Wimpie vast
en daarnaast staan de dochters Nancy en Annemieke.
Daarachter staan de zussen Van Rijswijk waarvan de rechtse
de echtgenote van Geersen was.
Links houdt verzorger Wim Runhaar Hairos II vast.
Boven: Willem Geersen wordt gekust door zijn vrouw
na de overwinning in het Elite-Rennen.
Boven: Hairos II en Willem Geersen, een paar(d) apart.
Willem Geersen op de kortebaan
(Overgenomen van www.kortebaandraverijen.nl
uit het overzicht van de 100 beste kortebaan-pikeurs)
De kortebaansport was tijdens de vooroorlogse jaren de kurk waar de drafsport op dreef, besefte ook Willem Geersen (nr. 9 in de top-100 van de KB-pikeurs). Op verschillende kortebanen kon doorgaans een dikbelegde boterham worden verdiend, maar Geersen beschouwde het sprinten over 275 of 300 meter slechts als een noodzakelijk kwaad. Hij liep zeker niet alle kortebanen af, iets wat bijvoorbeeld vader en zoon Van Leeuwen wel deden, maar zorgde er altijd voor dat hij z’n paarden voor de kortebanen met een flinke prijzenpot piekfijn in orde had. Zo werd hij tussen 1936 en 1945 vijf keer kampioen van Nederland en was hij zeker tijdens de tweede helft van de jaren ’30 de absolute koning van de kortebaan.
Boven: Willem Geersen met Xuthus, het paard waarmee hij
in 1933 de Derby won en daarna veertien kortebanen.
Maar toen de drafsport zich pas echt begon te ontwikkelen en er in Nederland elke dag van de week koersen op de langebaan werden verreden, liet Geersen de kortebaan links liggen en groeide hij uit tot een internationale toptrainer. In eigen land werd hij 25 keer kampioen bij de pikeurs en 29 keer kampioen bij de trainers. In 1960 beleefde hij een absoluut hoogtepunt door in Parijs de Prix d’Amerique te winnen met de legendarische Hairos II. Het duo waagde daarna de overstap naar de Verenigde Staten waar zij ook het wereldkampioenschap op hun naam schreven.
Geersen was een grote, forse en weinig spraakzame man, wars van uiterlijk vertoon. Daags na zijn zege in Parijs toog de vaderlandse pers naar Valkeveen om de kersverse winnaar van de Prix d’Amerique te ondervragen. Eenmaal aangekomen zagen ze een man in overall de stallen aanvegen. Was dit de bewierookte trainer en pikeur die een dag eerder de meest prestigieuze koers van Europa op zijn naam had geschreven? Ze waagden het er op. “Geersen? Ja, dat ben ik. Hoezo?”
Willem Geersen won tussen 1932 en 1947 totaal 58 kortebanen met de volgende paarden:
Queen Ethel St. L., Malie B, Monte Carlo, Robert E Lee, Mc Gregor 2x, Xuthus 14x, Zoo Doorlooper 10x, Zus Braun 8x, Zonnestraal, Claudy O 4x, Barones Spencer 2x, Ciamphie Scott, Harold Hanover K 4x, Guy Hanover 5x, E Carla Lee, Illustere Hanover, Jim Wilkes
Videobeelden
Dankzij Harry van Ooyen, Hans Sinnige en Karel Bonekamp, hebben
we unieke filmbeelden uit 1962 verkregen, waarin Willem Geersen
op Duindigt door Jan Cottaar voor de TV wordt geïnterviewd
ter gelegenheid van de rentree van Hairos.
Eindelijk horen we Geersen praten!
Deze beelden worden becommentarieerd door Harry van Ooyen en Hans
Sinnige bij de vertoning op drafcentrum Wolvega, voorafgaand aan
het W.H. Geersen Memoriaal 2009.
Click op de video-camera hieronder.
Nog meer beelden en woorden van Willem Geersen over Hairos II:
Ingeleid door de stem van Herman Kuiphof, ziet u een TV-opname uit
1961, met een toespraak door Willem Geersen over de beste drafsport-prestaties
van dat jaar, terwijl Hairos II aan zijn regenjas zit te knabbelen.
Willem Geersen/Hairos II:
Boven: W.H. Geersen-Memoriaal 1976, 2 jaar na zijn dood:
Devin (Fr) en Gerard Gommans hebben gewonnen en ze worden omringd door
de dames Geersen: v.l.n.r. Nancy, de weduwe Geersen en Annemieke.
Tussen hen in zien we de hier nog jonge Charles de Leeuw.
Boven: De grafsteen van Willem Geersen en zijn vrouw
Elisabeth van Rijswijk, die 23 jaar jonger was dan haar man.
Voor een verhaal over Willem Geersen als fokker:
Click hier
Voor de pagina van Hairos II in de Hall of Fame:
Click hier
|