| Jan de Vlieger 
			  Hieronder een In Memoriam, geplaatst in "Paardesport in ren en draf" nr. 12 van 05-01-1968, 
geschreven door  Cees Berg. 
 Op 69-jarige leeftijd is na een langdurige ziekte in een Haarlems ziekenhuis overleden de bekende eigenaar, fokker, beroepstrainer van dravers en pikeur Jan P. de Vlieger, die zijn entrainement had gevestigd op een groot landbouwbedrijf te Nieuw Vennep in de Haarlemmermeer. De drafsport heeft de familie De Vlieger altijd in het bloed gezeten. Zijn vader Dirk de Vlieger was reeds ver voor de eeuwwisseling een bekend rijder, vooral op de toen zo florerende kortebaandraverijen. Deze taak word later overgenomen door zijn oudste zoon Arie de Vlieger, die echter bij het uitrijden van een draver in de Hoofdvaart terecht kwam en jammerlijk verdronk.
 
 Jan de Vlieger zette echter de familie-traditie voort, met - evenals zijn vader Dirk - een grote voorliefde voor kortebaandraverijen, die in de vooroorlogse jaren de hoekstenen vormden voor de drafsport. Jan de Vlieger ontpopte zich niet alleen als een zeer 
bekwaam trainer en rijder, maar ook als een uitstekend fokker. Van talloze zeer snelle paarden stond de wieg op zijn bedrijf in 
de Haarlemmermeer. Van de honderden paarden, die hij bij zijn leven heeft gereden, genoten vooral de cracks Quicklooper, 
Calumet Aster, Prinses Olga, Bretteur, Premier Mars en Determination een grote bekendheid. Ook in de na-oorlogse jaren bleef zijn 
naam steeds onder de voornaamste rijders met paarden als Ironsides, Karnac, Otella, Ju Ju, Hollandia, Beminde, Sammy Mars 
en Vlieger D. Hij won in 1942 met de schimmel Gonny D de eerste Derby na het herstel van de totalisator, de Sweepstakes met Gonny D, Hollandia, Persimmon, Ronald en Xema S (laatstgenoemde in 1959 voor trainer Geersen) en het H. van Wickevoort Crommelin Memoriaal met Queen Bess.
 Zijn grootste bekendheid verwierf hij echter ongetwijfeld met de legendarische Allouez, die niet alleen op de langebaan een uitblinker was, maar tot op hoge leeftijd de snelste draver op de kortebaan en in totaal bijna f 100.000,- won. Het grote succespaard, dat hij het laatste trainde was Anton, die in het afgelopen jaar het record-aantal van 28 overwinningen boekte.
 
 Met Jan P. de Vlieger is weer een van de oude garde heengegaan, die het paard en vooral de draver in het hart was gegrift. 
Een man die het vak leerde van zijn vader - „de oude Dirk" - Zo fel Jan de Vlieger op de kortebaan was, zo overwogen was hij 
op de langebaan, waarop men hem nimmer naar de kop zag vliegen, maar zag wachten tot de eindstrijd. Op de kortebaan daarentegen - zijn grote liefhebberij - kon hij met zijn bekende cracks - Allouez, Beminde, Gonny D, Hollandia - om maar enkele namen te noemen - starten als een furie. Hierop was hij een briljant rijder. De ouderen zullen zich herinneren de legendarische kortebanen van Allouez tegen Dutch Hanover, Abdullah Scott, Guy Hanover, Harold Hanover K en Flying Guy, de coryfeeën van toen, die echter niet opgewassen waren tegen de Koning der kortebanen (Jan de V.) en de „Reus van de Haarlemmermeer" (Allouez) .
 
 Jan de Vlieger heeft zijn trainen, rijden en fokken van harddravers nooit als een beroep gezien, maar als een liefhebberij.
Zijn groot landbouwbedrijf was de basis. Mede door het benaderen van de drafsport als liefhebberij en ontbloot van iedere concurrentie-zucht ten opzichte van zijn collega's was hij een goed vriend en collega, die nooit kwam protesteren en in de koers nooit hinderlijk was voor anderen.
 Daarnaast was Jan de Vlieger een man vol humor, waarover talrijke annecdotes de ronde deden, een man, die smakelijk kon 
vertellen over vroeger, kortom een goeie vent, die in de hongerwinter honderden en honderden mensen heeft geholpen.
 
 De teraardebestelling heeft plaats gevonden op donderdag 4 januari 1968, te Nieuw Vennep.
 (einde In Memoriam)
 
 
  Hieronder een artikel met annecdotes uit het Kerstnummer 1962 van "Paardesport 
              in ren en draf".
 
 Titel "Jan de Vlieger, 50 jaar in de drafsport"
 
 In Nieuw-Vennep, in de uitspanning „Rustende Jager", staat een aangespannen 
              en wat onstuimige draver afgebeeld op een gebrandschilderd raam. 
              „Allouez met Jan de Vlieger", zei het meisje dat ons bediende. „Kent 
              u hem niet! Hij woont hier de brug over en dan de vierde of vijfde 
              boerderij rechts".
 Deze man, geen pikeur maar een gewone bouwboer, is enorm populair 
              in zijn dorp. Wie kent hem niet in Noord-Holland? Vijftig jaar al 
              beoefent hij de drafsport uit liefhebberij.
 
 
  Boven: Quicklooper wint een monté-koers met een nog jonge Jan de Vlieger.
 
  "Ik was veertien jaar toen ik voor het eerst op 
              de kortebaan reed, in Warmond geloof ik. Maar toen ik twaalf jaar 
              was, reed ik al net zo goed, hoor. Wij reden thuis altijd onder 
              de man en dan het liefst zonder hoofdstel maar gewoon met een halster. 
              Maar wij hadden het net over Warmond. Nu schiet me te binnen, dat 
              ik reed met Bles. Dat was geen volle draver. Mijn vader, Dirk de 
              Vlieger, reed in dezelfde koers." Jan de Vlieger gaat er eens recht voor zitten en trekt even een 
              pijnlijk gezicht, want hij is gevallen en heeft een gekneusde rib. 
              „Dat doet veel pijn. De dokter heeft er een grote pleister op gedaan 
              en het helpt gelukkig iets." En meteen daarachter zegt hij: „Mijn 
              vader hield wel van wat handelen. Hij had drie paarden. In mijn 
              begintijd kreeg ik van hem Clemence. Ik reed en won. Toen moest 
              ik in militaire dienst en kwam er van rijden niet veel terecht. 
              Clemence ging echter door en won in één jaar maar eventjes zesentwintig 
              lange- en kortebaandraverijen. Die Clemence was een goed paard. (opmerking anno 2008: Van deze Clemence tonen we in ons NDR-museum een tot asbak omgebouwd hoef uit de nalatenschap van Jan de Vlieger.) 
Hij had haar geruild voor Harrold. Staart over de rug noemen ze 
              dat. Zij is de grootmoeder van Allouez. De moeder van Allouez was 
              Romence. Die verkochten wij aan de Twee Verenigingen. Wij kochten 
              haar terug van Menno van der Wal, de vader van Gerard, de amateurrijder, 
              voor 225 gulden. Wij hadden toen een beste dag, want we wonnen met 
              Flambeau de Grote Prijs van Leeuwarden." „Nu noemde ik net Flambeau," 
              zo gaat Jan de Vlieger verder, „wij kochten Flambeau voor 150 gulden 
              en die won in één jaar 5600 gulden en het jaar daarna 6500 gulden. 
              Hij kon lopen van hier naar Egypte en terug. Wat een paard. Hij 
              was iets gevaarlijk, maar ik heb hem geloof ik nooit geslagen. Ik 
              weet nog goed dat hij op Alkmaar twee koersen op een middag won."
 Dan komt het gesprek op andere onderwerpen. Plotseling zegt Jan: 
              „Wij hebben veel beste paarden gehad. Een vosruin Vlieger D, nee 
              niet die van nu, die is zwart. Die ik bedoel won vijf van de zes 
              keer dat hij startte. Een lief en eerlijk paard waarvan wij veel 
              verwachtten. Hij ging dood aan koliek, ja jammer! Dan hebben wij 
              gehad Doorloper. Mijn vader kocht haar van Jan Koster, de vader 
              van de Deense Jan Koster. Een klein paard. Dan hadden wij paarden 
              als Jacob en Amor, maar die waren toch niet zo goed. Dirk de Vlieger 
              deed veel samen met Schrijvers. En ook wel met Hannes Matze. Mijn 
              vader reed ook veel voor hem. En dan had je Bultman. Als je iets 
              had, dan vroeg je het maar aan hem. Die man kon alles, ja hij reed 
              zelf concours-paarden." Jan de Vlieger is nu 64 jaar oud. Hij zelf 
              zegt: "Je kunt het wel merken. Ik heb niet zoveel belangstelling 
              meer om te rijden en toch leer je alle dagen nog. Paarden, het zijn 
              en blijven dieren. Wij hebben het gehad met Quicklooper, een kind 
              van Doorlooper. Hij kon alleen maar pacen en nog eens pacen. Ik 
              vroeg aan een knecht van Schuyl wat te doen. Die gaf mij een gewicht 
              op en 24 uur voor de koers besloeg ik hem. Nooit meer 
              last. Ik noemde al Doorlooper. Een brave merrie, want zij gaf een 
              stuk of veertien veulens. Wij noemden ze Neerlooper, Oplooper en 
              Prijslooper en wat al niet meer!"
 De reden dat men ging koersen, zo vertelt Jan de Vlieger ons, lag 
              in het feit, dat er op de boerderij niets te verdienen viel. Toch 
              kwam er ook even een slechte tijd voor de Nederlandse dravers. „Jo 
              Schuyl haalde paarden uit Amerika. Newbold, Norton B en Nora Belwin 
              en nog veel meer. De heer v. d. Berg kocht ze praktisch allemaal. 
              Die ging er mee fokken maar verloor zoveel geld met zijn paarden 
              dat hij er mee moest stoppen. Jo Schuyl betaalde in Amerika bijna 
              niets voor die paarden. Voor ons op de boerderij viel het nog mee, 
              want de dravers werkten gewoon tussen de werkpaarden. Op de kortebaan 
              viel echter weinig te verdienen want de snellere Amerikanen haalden 
              al het geld voor onze neus weg.
 
  Boven: Doorlooper (met de 18-jarige Jan de Vlieger) won in een match-à-deux van de beroemde wielrenner Piet Moeskops.
 Houtrust juli 1917.
 
  Boven: De in 1927 geboren merrie Uniform met Jan de Vlieger,een dochter van Bretteur uit Clemence.
 
 
 Boven: De in 1928 geboren vos Vlieger D wint met Jan de Vliegerte Hilversum op 28-3-1932. Jan is dan 33 jaar.
 
 Boven: Een alfabet later was er opnieuw een Vlieger D, geboren in 1954. Hier loopt de grote zwarte ruin gereden door  Jan de Vlieger
 naast Umber (nr.1) met Jan Wagenaar  op 4-6-1961.
 Op deze foto was Jan de Vieger 62 jaar oud.
 
 Allouez en Jan de Vlieger worden gehuldigd na het behalen van het Nederlands Kampioenschap 800 m
 op 4 sept. 1938 te Woudestein.
 De ruin was toen 5 jaar oud.
 
  AllouezWij kochten toen van Geersen de Amerikaanse hengst 
              Determination. Allouez kon in zijn beste tijd geen tien meter geven 
              aan Determination. Die kon vreselijk hard lopen, hoewel hij stuk 
              was gereden." Het gesprek komt weer op Allouez. „Wat was het een 
              best paard. Als vierjarige won hij zijn eerste koers. Pas als zesjarige 
              ging hij zich ontplooien. Het was soms net of je achter een V-8 
              zat." Jan de Vlieger raakt niet uitgepraat over vroeger. „Ik herinner 
              me het Kampioenschap Nederlandse Paarden dat ik met Welkom van Aduard 
              won, over 2800 meter geloof ik. Geersen zat er in met Barones Spencer 
              en Jan Kruithof reed Baronesse Hollo. Ik had Welkom precies op de 
              afstand getraind en hem goed aan zijn broek gezeten. Wij hadden 
              een slecht startnummer, maar toch kreeg ik de kop. Na de laatste 
              bocht zagen ze mij niet meer. Even lacht Jan de Vlieger en kijkt 
              naar zijn zuster Martha. ,,Zo was het toch Martha?" vraagt hij dan.
 „Wij hebben nog een keer gehad dat Allouez droes had en op school 
              stond in Utrecht. Een pikeur belde mij op of ik thuis wilde blijven 
              met hem. Ik zei dat ik er weinig voor voelde. Na veel aandringen 
              zei ik tegen hem: Goed, omdat jij het bent, blijf ik thuis. Ik zei 
              tegen de jongens dat ze niets over Allouez mochten zeggen. Direct 
              na de koers belde die pikeur weer op en hij vroeg of ik opnieuw 
              met Allouez wilde thuisblijven. Ik begon te kermen en zei dat het 
              niet ging. Hij bleef weer aandringen en ik stemde wéér toe. Allouez 
              kon op school op het nippertje gered worden. Later heb ik het die 
              pikeur verteld en wij hebben er hartelijk om gelachen!"
 Hij vertelt verder over zijn lievelingspaard Allouez. „In Amsterdam 
              was ook een keer een kortebaan op een of andere gracht. Ik had vijf 
              meter ontheffing gekregen, omdat ik zeven keer zonder succes was 
              gestart. En het was direct raak! In de finale ging het vreselijk 
              hard. Ik lag nog achter, maar trok hem toen van de baan op de stenen. 
              Wat Allouez toen liep is met geen pen te beschrijven. Het vuur van 
              de hoeven vloog omhoog en op de meet had Allouez een half hoofd 
              voorsprong. Ik stapte spierwit van de kar. Joop Ham zei dat hij 
              Allouez nog nooit zo hard had zien lopen. Er was een prachtige wisselbeker 
              ter beschikking. De vereniging ging over de kop en ik heb die beker. 
              Iemand zei eens tegen mij: De beker staat op de juiste plaats!" 
              De prijzenkast is inderdaad indrukwekkend. Vroeger waren er veel 
              ereprijzen aan de kortebanen verbonden.
 (opmerking anno 2008: In ons NDR-museum staat een aantal bekers 
              en ereprijzen uit de nalatenschap van Jan de Vlieger, alsmede zijn 
              zweep.)
 
 „Vroeger kende ik al die paarden wel, maar nu...... je ziet er zoveel."
 „Gonny D was ook een best paard," zegt Jan de Vlieger plotseling. 
              „Ik ging op een maandag naar de beurs in Amsterdam, toen iemand 
              mij vertelde dat de heer Kuyper een tweejarige schimmelmerrie had. 
              Achteraf hoorde ik dat zij Gonny D heette. Wij pasten haar heel 
              goed op. Zij ging nog een keer hoesten en ik was er toen wel zuinig 
              op. Ze had een rare eigenschap. Soms vloog ze door de bochten en 
              de andere dag had ze de grootste moeite. Als driejarige won ze veel 
              (o.a. de Derby 1942).
 
 Boven: Gonny D wint na de Sweepstakes ook onbedreigd de Derby 1942in handen van Jan de Vlieger. Zij was een van de Klassieke toppers uit
 zijn entrainement. (Zie onze Hall of Fame)
 
 
  Dan denk ik aan Calumet Aster, die ik voor 1200 gulden 
              van de heer Schoenmakers kocht. Het was in Rotterdam met Nederland—België. 
              De Belgen hadden verstek laten gaan en wij hielden toen een gewone 
              koers. De starter zei: Degene die een valse start veroorzaakt, krijgt 
              25 gulden boete. Dat was in die tijd veel geld. Toch riskeerde ik 
              het en van de buitenkant reed ik snel naar binnen en ik won in 1.21. 
              Met Mientje K heb ik, als trainer dan, ook gewonnen in een Nederland—België. 
              Je vergeet die dingen niet zo snel.
 
 Het liefst reed ik toch altijd op de kortebaan. Een der beste rijders 
              vond ik persoonlijk Marten Siderius. Wat kon die man sturen, daar 
              werd je koud van. En zo vertelt Jan de Vlieger maar door. Hij kijkt 
              plotseling op de klok en wij schrikken, want het is al laat in de 
              avond. In de voorkamer hangt een grote foto van Allouez. Hij kijkt 
              er naar en zegt: „Negentien jaar was hij toen hij in Leiden zijn 
              laatste kortebaan liep. Wij deelden met zijn vieren en Allouez won. 
              De Reus van de Haarlemmermeer noemden ze hem altijd. Dat was op 
              8 oktober 1949 dat Allouez zijn laatste kortebaan liep. „Wat gaat 
              die tijd toch snel," voegt Jan de Vlieger er aan toe. „Allouez heeft 
              op de boerderij nog enige beste jaren gehad. Ik zal hem nooit vergeten, 
              het was een best paard. Hij kon alles, zowel korte als lange afstand."
 
 Jan de Vlieger met zijn Allouez, na de laatste zege vande al toen 19-jarige ruin in Leiden op 3 oktober 1952.
  Dan staat Jan de Vlieger op. Wij lopen met hem nog 
              een keer langs de paarden. „Ik heb dit jaar weinig geluk gehad. 
              De paarden kregen maar geen vorm en de kleur ontbrak. Wij zijn er 
              vroeg mee gestopt. Ik hoop dat het volgend jaar beter gaat. Met 
              Sammy Mars zullen wij het nog proberen, maar de andere blijven op 
              rust." De paarden zagen er overigens nu goed uit. „Wij hebben enkele 
              goede jonge paarden en die komen volgend seizoen wel tot successen." 
              
 Wij nemen afscheid van Martha en Jan de Vlieger. Vijftig jaar pikeur, 
              vijftig jaar heeft hij het wel en wee van de drafsport meegemaakt. 
              „Als jullie nog eens wat weten wil, je komt maar aan. Ik weet het 
              niet, maar die rib doet veel pijn," voegt hij er aan toe. Als wij 
              de boerderij afrijden, doemt nog eenmaal zijn gestalte op in het 
              schijnsel van het buitenlicht. Jan de Vlieger, nog veel successen!
 
 (einde artikel/interview)
 
 Voor een beschrijving van de hele Familie De Vlieger: Click hier
 
 
 Hier wordt Jan de Vlieger (midden) met Vlieger Dtweede achter YYV in een Holland-België koers
 op Duindigt. Links springt Vrijdag in de fout.
 
 
 Jan de Vlieger op de kortebaan(Overgenomen van www.kortebaandraverijen.nl
 uit het overzicht van de 100 beste kortebaan-pikeurs)
 
 
Jan de Vlieger won tussen 1933 en 1964 totaal 73 kortebanen. Dat de reeks van Jan de Vlieger (nr. 6 in de top-100) precies deze jaren beslaat is absoluut geen toeval, want het zijn precies de jaren dat Allouez de lakens uitdeelde op de kortebaan. Met maar liefst 49 overwinningen is Allouez, die tot op negentienjarige (!) leeftijd actief was op de kortebaan, de succesvolste sprinter allertijden. En dat terwijl De Vlieger zijn troef na verschillende overwinningen op de langebaan te koop had aangeboden! Niemand wilde echter het gevraagde bedrag op tafel leggen en omdat Allouez veel snelheid kon ontwikkelen over korte afstanden, zo werd hij in 1938 kampioen van Nederland over achthonderd meter, probeerde De Vlieger hem in 1939 op de kortebaan. Zijn eerste overwinning boekte hij in Stompwijk om dik dertien jaar later zijn carrière met een overwinning in Leiden te besluiten.
 Het was overigens niet toevallig dat De Vlieger Allouez op de kortebaan uitprobeerde. Zijn vader Dirk had al flink naam gemaakt in deze discipline en zorgde ervoor dat zijn zoon Jan al op veertienjarige leeftijd zijn eerste kortebaan reed. De Vlieger ontwikkelde zich tot een bekwaam trainer, pikeur en fokker, die ook op de langebaan uitstekend uit de voeten kon. Zo won hij met Gonny D in 1942 de eerste Derby na het herstel van de totalisator. Waar De Vlieger op de kortebaan te boek stond als een heus startkanon en alles op de eerste meters gooide, was hij op de langebaan een weloverwogen pikeur, die rustig zijn kans afwachtte. Ondanks alle successen bleef De Vlieger zijn landbouwbedrijf als de basis van zijn bestaan beschouwen; de drafsport was slechts een hobby. Het mag niet onvermeld blijven dat De Vlieger, die in 1968 overleed, tijdens de hongerwinter in 1944 honderden mensen heeft geholpen. Alleen daarom al verdient hij een hoge notering in deze ranglijst.
 
 Jan de Vlieger won tussen 1933 en 1964 totaal 73 kortebanen met de volgende paarden:
 (Weidlooper 5x, Uniform 2x, Allouez 49x, Beminde 6x, Gonny D 3x, Hollandia 3x, Ju Ju, Lycurgus, My Darling, Wanda, Sammy Mars)
 
 
 
 
 
 |