NDR


Hoofdmenu
Archief:

Home

Nieuws

Organisatie

Bibliotheek

Fototheek

Videotheek

Museum

Geschiedenis >

De bakermat van de moderne
paardenrennen ligt in Engeland


Gouden_Zweep

Boven: De befaamdste Engelse renbaan is die van Ascot, in 1711 gesticht
door Koningin Anne. Deze tekening (uit de Illustrated London News)
toont de finish van de Ascot-Stakes in 1837.

Paardenrennen al ruim 2 eeuwen oud

(door webmaster)

In de oudheid werden al paardenrennen gehouden. Afbeeldingen hiervan zijn te vinden op Griekse en Romeinse vazen en we kennen allemaal de film Ben Hur, met de vierspannen voor de strijdkar. Met het opschuiven van de beschaving en de economische vooruitgang, schoof ook het paardengebruik naar het noorden op en daarmee ook de paardenracerij. Races werden meestal gekoppeld aan feestdagen en het publiek draafde dan massaal op. Eindelijk viel er iets te beleven. De bekende Paleo van Sienna (It) dateert uit de 14e eeuw. In de volgende eeuw ontstonden de kortebaan draverijen over 300 meter in Nederland, de kermiskoersen. Eerst werd het vooral gedaan met gewone gebruikspaarden, later bleek dat bepaalde rassen daarvoor beter geschikt waren.

De professionele rennen ontstonden in Engeland in de 17e eeuw. Het was de hobby van de adel en het publiek gokte er lustig op los. Het werd steeds omvangrijker en er ontstond een 'industrie'. Het huidige renpaard dateert uit de tijd waarin de Engelsen ontdekten dat de Arabische paarden in hun koloniale gebieden 'oneindig' veel uithoudingsvermogen bezaten. Het waren ruiterpaarden, gefokt om in de woestijn oorlog mee te voeren. Er werden van die paarden naar Engeland gehaald. Hengsten werden gekruist met inlandse merries en er werden ook Arabische merries ingevoerd. De stamvaders van het ras zijn de Byerley Turk (ingevoerd in 1688), de Darley Arabian (geb. 1700) en de Godolphin Arabian (geb. 1724). De eerste Epsom Derby werd in 1779 gelopen. Andere Klassiekers dateren zelfs uit eerdere jaren.


Onderstaand stuk komt uit het boek "Kampioenen en Krukken in Kniebroek"
(beelden en berichten uit de kinderjaren van de sport) uit 1978.

door Pierre Heijboer

De ware liefde voor de sport leeft in de stallen......

"Mijn enige bezwaar tegen de paardenracerij is dat het een sport is waarbij welgedane burgers in één klap aan de bedelstaf kunnen raken, arme sloebers worden verleid om ook hun laatste penny te vergokken, onschuldige paarden vol vergif worden gestopt en eerlijke jockeys tot corrupte sjacheraars worden gemaakt. Voor de rest zie ik er eigenlijk niet veel kwaad in......"

De Engelse lady Nevill, die in de negentiger jaren van de 19e eeuw dit oordeel gaf over de paardesport, wist waar ze het over had, want ze stamde uit een familie waarin al generaties lang paarden waren gehouden en op paarden was gegokt. Hoeveel dat het familie-kapitaal had gekost - en hoe weinig het had opgeleverd - liet zich niet al te moeilijk becijferen.

Geen sport wordt - in lady Nevills tijd net zo goed als tegenwoordig - zo beheerst door financiële bijverschijnselen als de paardensport. De oorzaken daarvan liggen in het Engeland van rond 1600, en met name in de voordelen die 'horseracing' toen genoot ten opzichte van andere sporten. Om te beginnen verheugde de sport zich als geen andere in de belangstelling van het Engelse koningshuis. Mede als gevolg daarvan werd de sport zelden of nooit getroffen door de verbodsbepalingen en banvloeken die de overheid zo nu en dan voor de beoefenaars van andere sporten in petto had. De paardesport maakte daardoor eeuwenlang een vrijwel probleemloze ontwikkeling door. De noodzaak tot hervormingen diende zich maar zelden aan, en zo behield de sport veel van de gebruiken en de speciale trekjes uit zijn begintijd. En aan die basis lag - net als bij zoveel andere sporten - het wedden, het geld. Er is maar één periode geweest waarin de paardesport door de machinaties van bookmakers, gokkers en eigenaars totaal 'verziekt' was. Dat was tussen 1840 en 1870, de periode waarover ook lady Nevill het had. Vooral door toedoen van lord George Bentinck, een van de grootste wedders van zijn tijd, maar ook een man die kwalijke praktijken aan de kaak stelde waar hij maar kon, kwam de sport deze crisis echter weer te boven.

Tot ongeveer 1800 was 'horseracing' een zuiver Britse aangelegenheid, maar daarna verspreidde de sport zich snel over de rest van de wereld. Frankrijk, Oostenrijk, Pruisen en Nederland importeerden Engelse paarden en begonnen hun eigen wedstrijden te houden, waarbij ze overigens de Engelse 'klassieke races' zo trouw mogelijk kopieerden. Ook de Verenigde Staten voegden zich al vroeg bij het gezelschap van grote paardesportlanden. Met gebruikmaking van 'Engels bloed' werden rond het midden van de 19e eeuw in Frankrijk en Amerika al paarden gefokt die het in Engeland, tegen Engelse renpaarden konden opnemen. De Franse hengst 'Gladiateur' won bijvoorbeeld in 1865 de twee belangrijkste races van Engeland, en in 1881 deed de Amerikaan 'Iroquois' hetzelfde. (zie de prenten hieronder)

Het gebeuren op de grote racebanen heeft tot op de dag van vandaag niets van zijn aantrekkingskracht verloren. Maar de echte liefde voor de sport, en voor de paarden, moet men niet zoeken op de tribunes en in de ere-loges. Want die leeft alleen in de stallen. Die leeft alleen bij het naamloze en onderbetaalde leger van staljongens, die - in de 21e eeuw nog precies zo als in 1650 - zonder morren hun werk doen, in de stille hoop dat er ooit nog eens eeuwige roem zal zijn weggelegd. Voor henzelf, of voor een van 'hun' paarden.

(einde van het hoofdstuk uit het boek, hieronder nog enkele prenten uit het boek met wat aanvullingen)

(Toegevoegd) In Nederland werden al eeuwen lang kortebaanwedstrijden voor boerenpaarden gehouden in dorpsstraten, over ca. 300 m. Onze adel volgde de gebeurtenissen in Engeland op de voet. Door hen geïmporteerde Engelse Volbloeds moesten zorgen voor de verbetering van onze inlandse rassen en ze konden er ook mee racen. Zelfs ons Koninklijk Huis bemoeide zich ermee. Langebaanraces voor Engelse Volbloeds en ook voor harddravers zijn voor het eerst georganiseerd in 1844 over een lange ronde renbaan in de duinen bij Zandoort. Click hier

prent

Boven: De Byerley Turk, oorsprong onbekend.
Hij was door het Engelse leger buitgemaakt op de Turken in de slag bij Buda en werd door de Engelse kolonel Byerley nog bereden in de slag bij Boyne, voordat hij in 1688 zijn hengst naar Engeland stuurde, waar hij als dekhengst ging fungeren.
Deze hengst is één van de drie stamvaders van het Volbloedras,
vooral via Herod, Highflyer en Diomed.


prent

Boven: De Darley Arabian, geb. 1700. Hij werd in 1704 gekocht in
Aleppo (Syrië) door Thomas Darley, naar wie hij is genoemd.
Hij is één van de drie stamvaders van het Volbloedras.
Eén van zijn zoons, Bulle Rock, was de eerste Volbloed,
die naar de USA werd geëxporteerd. In Engeland lopen de
belangrijkste vaderlijnen via de broers Bartlett's Childers
en Flying Childers. Deze zijn beide tevens stamvaders van
bijna alle harddravers in de wereld.


prent

Boven: Godolphin Arabian, Arabische Volbloedhengst,
geboren in 1725 in Meknes, Marocco. Over zijn leven is een boek
in het Nederlands verschenen: "El Sham, de zonnehengst".
El Sham is één van de beste paarden van de sultan van Marocco en wordt in 1729 met zeven lotgenoten cadeau gedaan aan koning Lodewijk XV van Frankrijk. Daar heeft men geen begrip voor dit kostbare geschenk. De paarden zijn veel te klein en ze zijn moeilijk te berijden. Ze worden verwaarloosd en uiteindelijk weggegeven. De kostbare El Sham loopt later voor een schillenkar in Frankrijk. Er begint een lange zwerftocht door Frankrijk en Engeland, steeds onder de hoede van de neger Agba, die vanuit Marocco met de hengsten was meegezonden. Ook de kater Moumou blijft een onafscheidelijke vriend. Zijn laatste eigenaar, de Engelse Graaf Godolphin, ziet eerst ook helemaal niets in de edele Arabische hengst en zet hem in een kleine stal. De stalmeester daarentegen gelooft wel in El Sham en laat hem stiekem een merrie dekken. Het product van deze kruising is Lath, die onverslaanbaar blijkt. El Sham krijgt eerherstel en een eigen marmeren stal. Hij wordt The Godolphin Arabian genoemd, naar zijn eigenaar. De hengst behoort, samen met The Darley Arabian en The Byerly Turk, tot de 3 stamvaders van het Engelse Volbloedras.
The Godolphin Arabian staat ook enkele malen in de stamboom van Hambletonian 10, waardoor zijn bloed nog stroomt in alle tegenwoordige harddravers. Hij is ook de stamvader van de Franse lijn Conquérant-Reynolds-Fuschia, waarvan Fandango en Kerjacques de bekendste nazaten in laatste 50 jaar zijn.


prent

Boven: Eclipse, geboren tijdens de zon-eclipse van 1 april 1764.
Hij was groot en onverslaanbaar. Hij won al zijn 18 races in de
jaren 1769-1770. Daarna werd zijn carrière beëindigd omdat er
geen tegenstanders meer waren, die het tegen hem durfden op te nemen.
Hij wordt beschouwd als één van de beste renpaarden die Engeland
heeft gekend. Na zijn dood bleek dat hij een extreem groot hart had.
Zijn vaderlijn gaat via Marsk, Squirt en Bartlett's Childers
terug naar de Darley Arabian. Zijn moeder was een kleindochter
van de Godolphin Arabian

Gouden_Zweep

Boven: De weegkamer. De jockeys worden gewogen,
de eigenaren en officials kijken toe.
(prent uit de Illustrated London News, 1893)

prent

Boven: In Doncaster (UK) werd al geraced halverwege de 18e eeuw.

prent

Boven: Start van de English Derby op Epsom in 1844.
De eerste Epsom Derby werd in 1779 gelopen.

prent

Boven: Schitterende prent van de Franse hengst Gladiateur.
Hij is een product van Monargue x Miss Gladiator en werd geboren in
Dangu (Frankrijk) in 1862. Zijn eigenaar was Le Compte Frederic de Lagrange,
de trainer Thom Jenning en zijn vaste jockey H. Grimshaw.
In het hol van de leeuw won de Franse hengst in 1865
de 2000 Guineas en de Epsom Derby, de St Leger in Doncaster
en 'thuis' de Prix de Paris. In 1866 was hij winnaar van de
Grand Prix de L'Empereur en vele andere prijzen.

prent

Boven: Spotprent van jockey Fred Archer op de Amerikaanse hengst Iroquois.
Zij wonnen de Epsom Derby van 1881. Freddie Archer was een lange (1,78 m),
dunne jockey en werd "the tinman" genoemd.

prent

Boven: Freddie Archer, in 1857 in Cheltenham geboren, is naar veler mening de beste jockey die ooit op Europa's racebanen heeft rondgereden. Voor hij - in 1886, op 29-jarige leeftijd - zelfmoord pleegde had hij 2.748 overwinningen behaald in 8.084 races (34% win-rate). Een vriendelijk karakter, stalen zenuwen, een goed verstand en een ongewoon talent om tijdens een koers precies te weten wat de andere rijders deden, waren zijn voornaamste eigenschappen.
Archer was eigenlijk iets te groot voor een jockey, maar hij compenseerde dat door als geen ander te werken aan het omlaag brengen van zijn gewicht. Archer vastte niet, hij hongerde. Om enigszins op de been te kunnen blijven, stopte hij zichzelf vol met wat hij 'medicijnen' noemde. Vrienden waarschuwden hem meer dan eens, dat wat hij deed zeer ongezond was, maar hij dacht er niet aan zijn levenswijze te veranderen. "Of ik er nou het loodje bij leg of niet," zei hij "ik moet ermee doorgaan."
Na de dood van zijn vrouw, in 1884, leidden zijn 'vastenacties' steeds vaker tot aanvallen van waanzin en tijdens één daarvan schoot hij zichzelf tenslotte een kogel door het hoofd. Zijn graf in Newmarket werd een bedevaartplaats voor paardesportminnaars en sommige inwoners van Newmarket beweren dat Freddie's geest hier nog wel eens in maanverlichte nachten over de heide galoppeert.

prent

Boven: Fred Archer op Ormonde. Zij wonnen de Derby van 1886.
Archer zit op de toen gebruikelijke wijze op zijn paard,
met bijna gesterkte benen.

prent

Boven: Lord Falmouth's Dutch Oven winning the Doncaster
St. Leger in 1882, ridden by Fred Archer.

prent

Boven: De Amerikaan Tod Sloan wekte tijdens zijn eerste starts in Engeland in 1897 de lachlust van de Britten op, door de vreemde manier waarop hij op het zadel zat. Tot dan toe hadden jockeys altijd min of meer rechtop gezeten. Sloan echter kroop zowat op de nek van zijn paard. Hij had dit in zijn vaderland afgekeken van kleine jongetjes, die bij wedstrijden zonder zadel wel zo moesten zitten om niet van hun paard te vallen. Sloan had ontdekt dat hij door ook op deze manier te rijden zijn paard veel minder belastte dan normaal. Zijn talrijke overwinningen - ook in Engeland - leverden daarvan het bewijs. Het lachen in Engeland was dan ook al spoedig verstomd en in een paar jaar tijd was Sloans rijstijl door de meeste jockeys overgenomen.
Zo'n zelfde verhaal speelde zich af aan het begin van deze eeuw, iets meer dan 100 jaar later. De draver Moni Maker liep in het jaar 2000 in de USA een wereldrecord monté-draven met een vrouwelijke ex-jockey in jockey-zit. Alleen de Belg Philip Masschaele zag het mogelijke nut hiervan en heeft in het Franse monté-bolwerk van Vincennes (Parijs) zijn Franse collega's (die nog wipten op het zadel) de les geleerd, alhoewel ook zij eerst hard moesten lachen. L'histoire se répète, de geschiedenis herhaalt zich. Nu gaan dravers onder de man/vrouw even snel als voor de sulky.

prent

Boven: Rond het midden van de 19e eeuw begon Europa langzaam
maar zeker vertrouwd te raken met de paardenracerij volgens Engels model. Frankrijk en Italië gingen daarbij voorop. In het tegenwoordige Duitsland was men wat minder enthousiast, maar toch kwamen er vele duizenden kijken naar een race die in 1815 in München werd gereden (afbeelding) in het kader van het jaarlijkse 'Oktoberfest'. Zo te zien reden ze zonder zadel.

prent

Boven: In 1875 werd de eerste Derby in de USA verreden op de beroemde baan van Churchill Downs in Kentucky. De tekening - van een draverij in 1889 - geeft een uitstekend beeld van de unieke atmosfeer in dit paarden-mekka van de VS. De meeste Engelsen vonden dat het er allemaal wat rommelig en ruw toeging, maar ze konden niet ontkennen, dat in de streek (Kentucky) rondom deze baan paarden werden gefokt die het in alle opzichten tegen de Engelse volbloeds konden opnemen.

prent

Boven: De baan van Churchill Downs KY in latere jaren.

Woestduin

Boven: Wedren op 6 september 1844 nabij Zandvoort (sepiatekening van
C.C.A. Last), de eerste galoprennen in Nederland, in aanwezigheid van
de Koninklijke familie. Onderschrift:
De wedloopen en harddraverijen, ingesteld door de Societeit tot
Aanmoediging der Verbetering van het Paardenras, gehouden op het terrein
der Societeit nabij Zandvoort den 6den en 7den September 1844.

prent

Boven: De baan van Longchamp in het Bois de Boulogne in Parijs
(de tekening toont de tribunes in 1857), groeide na de oprichting
van de Franse race-vereniging in 1833 snel uit tot het belangrijkste
race-centrum op het Europese vasteland.

prent

Boven: De tribunes van de renbaan van Longchamp (Parijs) zijn in de
jaren 2014-2017 ingrijpend gerenoveerd. Kosten 145 miljoen Euro.
Nog steeds wordt op deze baan het grootste evenement van
het jaar, de Prix de l'Arc de Triomphe, verreden, nu met een
eerste prijs van 5 miljoen Euro! Op zulke dagen kijkt de hele
wereld naar de prachtige rensport, met beroemde deelnemers.
Deze Franse baan is klaar voor de toekomst.
Nu Duindigt nog........



terug naar de Geschiedenis van de rensport



  terug naar boven

© Copyright Archief NDR


Submenu
Geschiedenis:

Ned.drafsport

< Ned. rensport

Klassiekers

Kampioensch.

Dravers

Records

Langebanen

Kortebanen

Kortebaners

Rennen

Volbloeds

Mensen

Diverse